1. Horrorfilms zijn goedkoop om te maken
Cinemazalen zitten sinds de coronacrisis en de doorbraak van streaming in moeilijke wateren. Grote studio’s nemen daarom liever zo min mogelijk risico’s. Denk maar aan Marvel die in 2022 Adil El Arbi en Bilall Fallahs ‘Batgirl’ op het laatste nippertje torpedeerde. Een horrorfilm is voor veel studio’s low risk, aangezien ze bijzonder goedkoop te maken zijn. «Je kunt vaak op één locatie filmen met een handjevol acteurs», vertelt horrorspecialist Matteo Rolleri aan The Hollywood Reporter, die meent dat ze al een film kunnen shooten met een extreem laag budget van 300.000 dollar. Bovendien verloopt de distributie van horrorfilms een pak vlotter dan die van bijvoorbeeld comedy’s. Wat als ‘eng’ wordt bevonden, is min of meer hetzelfde over de gehele wereld, terwijl humor veel meer cultureel bepaald is.
2. Je krijgt jongeren makkelijk naar mee
Regisseur John Leonetti (‘Annabelle’) voegt nog een extra reden toe in The Hollywood Reporter: «Het jonge publiek is een heel sterk filmpubliek als je ze te pakken krijgt, want ze komen in grote groepen naar de cinema, en vaak al het eerste weekend.» Het klopt dat veel jongeren gemakkelijker te overtuigen zijn om met vrienden pakweg ‘Scream VI’ te gaan kijken, dan bijvoorbeeld Veerle Baetens verfilming van ‘Het Smelt’. En het helpt dat veel horrorfans een vriend meewillen nemen ter emotionele ondersteuning, voor het moment waarop de film te eng wordt.
3. De wereld is gruwelijk, dus onze films ook
De afgelopen jaren worden we vaker dan ooit geconfronteerd met de dood. Eerst vanwege de coronacrisis, vervolgens door de oorlog in Oekraïne en het conflict in Gaza. «De dood fascineert mensen al eeuwenlang. Maar de gruwel van oorlogen en aanslagen waarmee de wereld de voorbije jaren geconfronteerd werd, heeft een soort van collectief doodsbesef aangewakkerd», beaamt filosoof en horrorkenner Dimitri Goossens aan VRT NWS. «De dood beangstigt ons, maar prikkelt ons tegelijkertijd ook.»
4. Het leert ons omgaan met angst
Horrorfilms maken ons ongemakkelijk en angstig. Soms laten we zelfs onze slaap erdoor – wij kijken naar jou, Freddy Krueger. En toch lijken we te kicken op de thrill die enge films ons bieden. Coltan Scrivner, horrorexpert aan de Arizona State University, ziet drie types horrorfans. Allereerst de adrenalinejunkies die houden van angst. «Er is een tweede type van mensen die uit angst hun vuisten balken als ze door een spookhuis gaan. Zij leren uit angst. Dus horror, of het nu een film of een boek of een spookhuis is, biedt hen een soort kans om de grenzen van hun angst te leren kennen en echt te leren hoe ze reageren als ze bang zijn», legt Scrivner uit. Tot slot is er ook het type van ‘dark copers’: zij gaan om met existentiële problemen via horror. Horrorfilms raken de laatste jaren ook vaker aan existentiële thema’s. Kijk maar naar de gefaalde dromen van Pearl in de gelijknamige film uit 2022 van Ti West, of de koortsdroom die Ari Asters ‘Beau is Afraid’ was.
Kortom, zo beargumenteert Scrivner, zijn horrorfilms een manier om te leren omgaan met angstgevoelens. «Het leert je om negatieve emoties te reguleren. In de eerste maanden van de pandemie hebben we bijvoorbeeld een onderzoek gedaan waaruit bleek dat horrorfans een grotere psychologische weerbaarheid rapporteerden toen niemand echt wist wat er aan de hand was. Het is mogelijk dat deze horrorfans gewoon beter zijn in het omgaan met enge, nieuwe ervaringen omdat ze de hele tijd met dat soort gevoelens spelen.»
Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be