Als je wil weten wie een kunstwerk gemaakt heeft, kan je een beroep doen op een kunstexpert. Die expert staat voor een moeilijke opgave. Per schilder en per periode zijn er maar een handvol experten die over de nodige kennis beschikken om een oordeel te vellen over een kunstwerk. Maar dat oordeel is vaak geen zwart-wit verhaal. Toch heeft elke beslissing een belangrijk financieel gevolg voor de eigenaar van het werk.
Wanneer een mening plots geld waard is
Er zijn twee soorten kunstexpertises. De eerste gebeurt op vraag en tegen betaling. Het resultaat is meestal een verslag of ‘certificaat’, waarop onder andere geschreven staat wie het schilderij gemaakt heeft. Maar kunstwerken kunnen ook toegeschreven worden aan een kunstenaar bij de publicatie van een wetenschappelijk artikel of een boek. De auteur krijgt dan, buiten de opbrengsten van het boek, geen vergoeding voor zijn werk. «In dit geval zijn het meestal experten die hun kennis willen delen met het grote publiek», legt Van Eenaeme uit.
Een certificaat is geen bewijs
Waarom is zo’n expertise eigenlijk nuttig? «Soms laten kopers hun beslissing over de aanschaffing van een kunstwerk afhangen van een expertiseverslag. De waarde van een kunstwerk van Rubens zal namelijk hoger liggen dan dat van een onbekende meester uit dezelfde periode.» Kopers moeten dan natuurlijk kunnen vertrouwen op wat er in het verslag staat. Maar zelf als een expertise gebeurt door de meest deskundige specialist, blijft een toeschrijving eerder een mening dan een absolute zekerheid. «Hoewel technologisch onderzoek vandaag toelaat om schilderijen veel gedetailleerder te bekijken dan vroeger, kunnen experten ongewild toch de bal nog misslaan. Verder onderzoek en nieuwe ontdekkingen kunnen ervoor zorgen dat ze op hun mening moeten terugkomen.» Omdat het expertiseproces niet altijd even duidelijk is voor het grote publiek, kunnen er dan ook verkeerde verwachtingen ontstaan over de toeschrijvingscertificaten.
De toren van Babel
Over schilderijen praten blijkt ook niet altijd even gemakkelijk. De terminologie binnen de kunstexpertise zorgt zo soms voor problemen. Wat is precies het verschil tussen ‘van Rubens’ en ‘toegeschreven aan Rubens’? Is ‘cirkel van Van Dyck’ hetzelfde als ‘volger van Van Dyck’? En betekent ‘handtekening Memling’ altijd dat Memling het werk ook geschilderd heeft? «Het zou minder verwarrend zijn mocht iedereen dezelfde taal spreken», vindt Van Eenaeme. «Niet alleen in een certificaat of in een publicatie, maar bijvoorbeeld ook op labelteksten in een museum en in de aula’s van onze universiteiten.»
Wie of wat?
Wat een expert precies doet en welk prijskaartje daaraan verbonden is, is voor mensen ook vaak onduidelijk. Transparantie op dat vlak is nochtans belangrijk voor klanten. «Weinig mensen zullen voor een schilderij met een geschatte waarde van € 500 een expertise van € 1.500 willen betalen. Maar klanten weten vaak ook gewoon niet wat de mogelijkheden zijn en waarop ze moeten letten.» Van Eenaeme stelt dat het probleem eigenlijk zelfs vroeger begint: «Er is ook geen eenduidig antwoord op wie precies een expert is en welke opleiding die gevolgd moet hebben. Die opleidingen gebeuren voornamelijk op de werkvloer.» Sommige experten zijn wel vrijwillig aangesloten bij organisaties die in beperkte mate regels opleggen aan hun leden, maar de kunsthandel draait voornamelijk op reputatie. En die reputatie is dikwijls enkel gekend door andere experten.
De oplossing?
Door de huidige aansprakelijkheidswetgeving zijn Belgische experten relatief goed beschermd. Maar zelfs dan kan het veel tijd en moeite kosten om zich te verweren tegen misnoegde kunsteigenaars. Om het risico hierop te verminderen, zetten wetenschappelijke instanties vaak kanttekeningen in hun publicaties. Helaas kiezen sommige experten ervoor om hun kennis niet meer te delen. «Dat is jammer, vooral als een degelijk juridisch kader zowel de kunstexpert als de (ver)koper kan beschermen.» De kunsthandel is een internationaal gebeuren. Als er enkel ingrepen op Belgisch of Vlaamse niveau gebeuren, kan dat de concurrentiepositie van lokale experten ondermijnen. «We hoeven gelukkig niet noodzakelijk naar wetgeving te grijpen om dit probleem te regelen. Mensen uit de sector kunnen ook vrijwillig regels gaan toepassen. Uniforme terminologie kan daarvoor een beginpunt zijn. Ook bijvoorbeeld een soort standaard certificaat dat voldoende genuanceerd is.» Het belangrijkste is dat de sector het debat voert. Want meer transparantie kan de kunsthandel enkel ten goede komen. Zo kunnen meer kopers hun weg vinden naar de markt. Maar ook kunstexperten zullen zich minder geremd voelen om hun mening te delen. En zelfs om die, indien nodig, te herzien.
Ann Van Eenaeme (UGent) doet mee aan de Vlaamse Scriptieprijs 2023. Ze schreef haar scriptie onder begeleiding van prof. dr. Maximiliaan Martens. Lees meer op www.scriptiebank.be/kunstexpertise.
Blijf op de hoogte van het wedstrijdverloop op www.scriptieprijs.be
Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be