Laten we allereerst de prijs van een treinticket bekijken. Een nieuwe analyse door Greenpeace Midden- en Oost-Europa schetste een somber beeld van de Europese spoorwegen, en dan vooral hun betaalbaarheid. De ngo vergeleek de vlieg- en treintickets van 112 verschillende Europese routes op 9 verschillende tijdstippen. Het prijsverschil bleek in alle landen aanzienlijk. Een treinticket voor het traject Madrid-Brussel kost bijvoorbeeld 15 keer zoveel als een vliegticket. De route met het grootste prijsverschil is die tussen Londen en Barcelona: de trein kan maar liefst 30 keer duurder zijn dan het vliegtuig. België blijkt trouwens een van de koplopers te zijn op vlak van dure treintickets: routes vanuit België kosten gemiddeld 2,6 keer meer dan vliegtickets. Enkel treintickets in het Verenigd Koninkrijk en Spanje zijn duurder.
Soms was de trein goedkoper: zo kost een treinticket van Brussel naar Hamburg 40 euro, terwijl een vliegtuigticket 62 euro kostte. Bovendien zijn er bij vliegreizen ook enkele verdoken kosten. De trein brengt je meestal tot in de centrum van de stad, terwijl een luchthaven buiten de stad ligt. Je moet met andere woorden extra kosten rekenen voor het vervoer van en naar de luchthaven. Wie met de auto naar de luchthaven van Brussel of Charleroi rijdt, moet ook rekening houden met dure parkingplaatsen.
Toch blijft de trein over het algemeen de duurdere optie, zeker in vergelijking met lagekostenmaatschappijen. Maar hoe komt het dat zij die vluchten zo goedkoop kunnen aanbieden?
De voordelige taksen
De luchtvaartsector betaalt minder belastingen in vergelijking met het treinverkeer. Zo genieten luchthavens van belastingvrijstellingen voor kerosine. Die wetgeving dateert van 1944, toen het Verdrag van Chicago gesloten werd. Destijds werden die wetten gestemd om de luchtvaart te stimuleren. De Europese Unie debatteert al enkele jaren over de geleidelijke afschaffing van dat belastingsvoordeel, maar die gesprekken lopen moeizaam. Onderzoek van de milieukoepel Transport & Environment onthulde nog in juli dat de Europese luchtvaartsector 35 miljard euro aan onrechtstreekse subsidies gekregen heeft in 2022. België liep zo’n 700 miljoen euro aan inkomsten mis door het belastingsvoordeel.
Vraag...
De vliegtuigsector kan ook gemakkelijker concurreren. Verschillende Europese vliegtuigmaatschappijen vliegen richting dezelfde bestemming en moeten klanten dus lokken met aantrekkelijke prijzen. Maar als je van Brussel naar Londen wilt met de trein bijvoorbeeld, is er enkel de Eurostar. In veel Europese landen bestaat er slechts één treinmaatschappij, in handen van de overheid. Daardoor zijn de prijzen van treintickets ook veel afhankelijker van vraag en aanbod. Vooral in de zomer is het daarom belangrijk dat reizigers vroeg boeken.
Treinreizen zitten tenslotte in de lift. Dat bleek al in 2022 toen autoreizen duurder werden door de hoge benzinekosten en vliegreizen onaantrekkelijk door de vele stakingen. Die trend naar meer trein zet zich dit jaar voor. Uit cijfers van NMBS aan het begin van de zomer bleek dat al meer dan 128.00 reizigers een treinticket kochten naar het buitenland voor reizen in juli en augustus dit jaar. Dat is ongeveer 26% meer dan recordzomer 2019. Die hoge vraag leidt tot hogere prijzen.
...en aanbod
Want daar knelt ook het schoentje: het aanbod van treinreizen is niet eindeloos. Internationale treinen richting Londen en Parijs zitten in de zomer bomvol en raken snel uitverkocht. Extra treinen inzetten is evenwel geen evidentie. Als we bijvoorbeeld kijken naar de situatie in België, moeten die internationale treinen rijden bovenop het bestaande nationale treinverkeer. Voeg je te veel extra treinreizen toe, dan raakt het spoornet stilaan verzadigd. Uitbreidingen van het aantal internationale treinreizen komt telkens met puzzelwerk en een logistieke rompslomp. Concurreren op vlak van aanbod met de vliegsector is voor het treinverkeer dus moeilijk. Voor vliegtuigmaatschappijen is het, onder andere vanwege de snelheid van een vlucht, een pak gemakkelijker om extra vluchten in te leggen.
Mogelijke oplossingen
1. Het klimaatticket
Greenpeace pleit voor een klimaatticket: betaalbare en eenvoudige tickets die geldig zijn op alle vormen van openbaar vervoer in een land of een bepaalde regio, inclusief alle treinen en vervoer over de grenzen heen. Klimaattickets kunnen volgens Greenpeace onder andere worden gefinancierd door belastingen op de overwinsten van olie- en gasbedrijven, de geleidelijke afschaffing van milieuschadelijke subsidies of door een eerlijk belastingsysteem op basis van CO2-uitstoot.
2. Platform voor prijsvergelijking
Transporteconoom Jochen Maes ziet heil in een overzichtelijk platform à la Skyscanner of Google Flights, vertelt hij aan De Morgen. Via zo’n platform kan je gemakkelijker de goedkoopste en snelste internationale verbinding terugvinden. Momenteel bestaat de app Trainline, maar die geeft niet altijd het meest comfortabele en logische traject.
3. Kortingstarieven en investeringen
Verschillende overheden nemen initiatieven om het treinverkeer extra te stimuleren. Zo kan je in Duitsland sinds 1 mei onbeperkt reizen met de bus, metro, tram en regionale trein voor 49 euro per maand. Ook initiatieven zoals het Europese Interrail-pass maken treinreizen betaalbaarder.
Alles wat je echt wilt weten op Metrotime.be