De Islamitische Republiek zou minstens 582 gedetineerden hebben geëxecuteerd in 2022, ten opzichte van 333 in 2021. De executies worden gewoonlijk uitgevoerd door ophanging.
In bijna de helft van de gevallen ging het om moord of drugsdelicten. Drie procent van de geëxecuteerden werd veroordeeld voor de controversiële aanklachten ‘oorlog voeren tegen God’ en ‘corruptie op aarde’, in overtreding met de islamitische rechtsopvatting.
Stok achter de deur
Volgens de mensenrechtenorganisaties wijst de recente stijging erop dat Iran de doodstraf gebruikt als ‘stok achter de deur’ en ‘repressieve hefboom’ om sociale problemen aan te pakken. Omdat een opvallend hoog percentage van de ter dood veroordeelden een etnische minderheid blijkt te zijn, verwijten activisten Iran ervan om het vonnis te gebruiken als «instrument van onderdrukking».
Officiële cijfers zijn er niet, maar Iran krijgt al jaren kritiek op het uitspreken van de doodstraf. Onlangs werden nog vier deelnemers aan de protestbeweging geëxecuteerd. Die golf van opstanden volgde op het overlijden van de 22-jarige vrouw Masha Amini. Zij werd in september gearresteerd door de zedenpolitie vanwege een overtreding van de kledingvoorschriften en kwam om het leven in politiebewaring.