Begin 2023 telde de EU volgens Eurostat 451,4 miljoen inwoners. Dat waren er bijna 5 miljoen meer dan begin 2022, onder meer door «de massale instroom in de EU van vluchtelingen uit Oekraïne» na de Russische inval in het land, zegt het statistiekbureau. Daarnaast was er ook een herstel, nadat de EU-bevolking in 2020 en 2021 was gedaald door de impact – oversterfte – van de coronapandemie.
Eurostat verwacht dat het aantal EU-inwoners nog enkele jaren zal toenemen, tot een piek van 453 miljoen in 2026. Nadien zou de bevolking beginnen te krimpen, om in 2100 net onder 420 miljoen (419,5 miljoen) te belanden. In vergelijking met 2023 gaat het om een daling met 7%.
Voor België voorspelt Eurostat wel nog een bevolkingstoename. Van 11,7 miljoen inwoners begin 2023 zou het gaan naar ruim 12,5 miljoen in 2100 (+7%).
Vergrijzing
Het statistiekbureau zegt richting 2100 een ontwikkeling te zien naar «een krimpende en verouderende samenleving». Het aandeel kinderen en tieners zal dalen, net als het aandeel mensen op arbeidsactieve leeftijd (20-64 jaar). In 2100 zou nog de helft van de EU-bevolking op arbeidsactieve leeftijd zijn, tegen 59% nu. Daar staat een verdere vergrijzing van de maatschappij tegenover, met dus een groter aandeel 65-plussers. Bij de 80-plussers wordt zelfs meer dan een verdubbeling verwacht: van 6 naar 15%.
De prognoses van Eurostat zijn gebaseerd op een reeks aannames voor toekomstige niveaus van vruchtbaarheid, sterfte en migratie.