Uitbater Filip Jans staat al tien jaar aan het hoofd van het iconische café. Hij nam het café tien jaar geleden over nadat het failliet verklaard was. Monk moet het gebouw in de Sint-Katelijnestraat ten laatste op 18 mei 2023 verlaten.
«Ik ben bijzonder ontgoocheld. Plots verliezen 27 personeelsleden hun job, terwijl Monk een bloeiende zaak en een financieel gezond bedrijf is», vertelt Jans. «De brouwerijcontracten zijn wurgend voor de horeca-uitbaters, missen elk wettelijk kader en moeten dringend bepaald worden binnen de handelswetgeving.»
Monk procedeerde tegen de beslissing van het niet verlengen van de huur, maar slaagde niet in zijn opzet. Volgens de huurwetgeving kan een hernieuwing van de handelshuur geweigerd worden als de eigenaar structurele werken van afbraak en wederopbouw wil uitvoeren die meer kosten dan drie jaar huur.
Drempelgeld
Jans betaalde tien jaar geleden 120.000 euro drempelgeld om het pand te kunnen verwerven. Hij moest ook 150.000 euro aan verfraaiingswerken uitvoeren. «Omdat het handelsfonds in grote mate gekoppeld is aan de (unieke) locatie, kan HLS de waarde van het handelsfonds op een eenvoudige manier verzilveren in onderhandeling met de volgende exploitant: opnieuw (en wellicht hoger) drempelgeld, verhoogde huur, enzovoort», zegt café Monk in het persbericht.
Ongelijke machtsverhouding
Jans stelt al langer de ongelijke machtsverhouding tussen enerzijds bierbrouwers en drankenhandelaars en anderzijds horeca-uitbaters die gebonden zijn aan contracten aan de kaak. «Die contracten bevinden zich in een juridisch grijze zone, waardoor brouwers en drankenhandelaars zonder overleg of verantwoording prijzen kunnen verhogen, niet-marktconforme prijzen kunnen aanrekenen, het verplichte drankenaanbod kunnen wijzigen, 100% huur kunnen vragen in covid-periode, enzovoort.»