Het Huis Hannon werd gebouwd in 1902 op de hoek van de Brugmannlaan en de Jonctionlaan in Sint-Gillis voor het echtpaar Hannon, Marie en Édouard. Bevriend architect Jules Brunfaut mocht het huis ontwerpen.
Édouard Hannon was een Belgische Solvay-ingenieur en fotograaf. Hij was de zoon van de arts en botanicus Joseph-Désiré Hannon en de broer van de dichter Théodore Hannon en de mycoloog Mariette Rousseau. Zijn vrouw, de Franse Marie Hannon, bracht de Franse art-nouveau-invloeden in het ontwerp van het huis, waardoor het Hotel Hannon vandaag een unieke positie inneemt tussen Belgische en Franse art-nouveaustijlen. Édouard Hannon was ook de enige CEO van de Solvay-groep die geen familielid was en speelde een stichtende rol bij de oprichting van de Belgische Vereniging voor Fotografie.
Na dood van het echtpaar Hannon in 1965 verkocht de familie het pand. «Gedurende een periode vestigen krakers zich in het huis en worden er diefstallen gepleegd», aldus van Aelbrouck. Kortstondig werd gevreesd dat het pand afgebroken zou worden om er een flatgebouw neer te planten, waarop Marie Brunfaut in 1972 ging aankloppen bij de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen om in 1976 de gevels en het dak te klasseren en de afbraak ervan een halt toe te roepen. De gemeente Sint-Gillis koopt in 1979 na deze periode van verwaarlozing het pand op, dit nadat de pers zich negatief uitlaat over de erbarmelijke staat ervan. In 1983 werd ook het interieur van het pand geklasseerd.
Vanaf dan wordt het Huis Hannon beetje bij beetje opgefleurd en hersteld, en wordt er vanaf 1988 de Espace Photographique Contretype geïnstalleerd, ingehuldigd door oud-burgemeester van Sint-Gillis en oud-minister-president van Brussel Charles Picqué. In 2014 wordt de plek opnieuw aan het lot overgelaten.
Pas in 2019 wordt, na een restauratiecampagne om de iconische maar toen zwaar aangetaste fresco in de trappenhal te redden, «het initiatief opgestart om het gebouw samen met het Horta Museum als museum open te stellen en de restauratie voort te zetten», aldus van Aelbrouck. «Eigenlijk was het de bedoeling om al eerder tot de opening van het gebouw over te gaan, maar door onder andere de pandemie hebben we vertraging opgelopen. De grootste delen van Maison Hannon zullen gerestaureerd zijn tegen de opening voor het grote publiek op 1 juni, tegen 2030 willen we het ook hele huis gerenoveerd hebben.»
Het huis schreeuwt art nouveau, «maar op een meer klassieke manier dan bij pakweg een Victor Horta», meent van Aelbrouck. In de toekomst moet het Huis een plek worden waar art-nouveau-architecten gehuldigd worden. "Met uitzondering van Victor Horta, want Horta wordt verkeerdelijk gezien als de meest gekende architect uit deze periode, maar dat was eigenlijk architect Paul Hankar. Horta is als exponent van de geschiedenis vandaag de dag tot de gekendste gekroond.»
De scenografie van het huis werd bedacht door Aslı Çiçek, architecte en professor aan de universiteit van Hasselt en Gent. Daarbij mogen de expositieruimtes geen blokkade vormen voor de beleving van het interieur. «Middels doorschijnende plexiglazen voetstukken voor de meubels van allerlei art-nouveau-architecten en meubelmakers, zoals bijvoorbeeld ook Henri Van de Velde, nemen de tijdelijke exposities niets weg van de beleving van het Huis Hannon zelf», zegt Çiçek.
De eerste tijdelijke expositie «Belgische art nouveau» loopt van 1 juni 2023 tot 5 juni 2024 in het Huis Hannon , en zal enkel in de begeleidende teksten verwijzen naar Victor Horta. Wel inbegrepen in de collectie zijn vazen, meubelstukken, servies en bedden van Van de Velde, Serrurier-Bovy, Hankar, en anderen. Wie wel van Horta’s werk wil genieten kan nog steeds terecht in het Hortamuseum, enkele straten verderop in de gemeente Sint-Gillis.
Huis Hannon zal volgens Pascal Smet, Brussels staatssecretaris voor Stedenbouw en Erfgoed, «helemaal heropleven als permanent museum waar iedereen een bezoek aan zal kunnen brengen». «Als art-nouveauhoofdstad is Brussel fier op zijn schatten. In het kader van dit themajaar blijft het opmerkelijk erfgoed openstellen voor het grote publiek», aldus Pascal Smet.