Tijdens de pandemie gingen de verkoopcijfers van knuffelberen de hoogte in. Mensen gingen vaker op zoek naar een veilig gevoel. Experten zijn niet verbaasd dat knuffels een toevlucht blijken. Het is voor vele mensen een knipoog naar je kindertijd en de geborgenheid vermindert negatieve gevoelens zoals eenzaamheid en angst. ‘Knuffelcontact’ was duidelijk niet voor niets Woord van het Jaar in Vlaanderen (2020).
Schaamte
De maatschappij ziet het slapen met een knuffelbeer als iets waar een volwassene al lang zou moeten uitgegroeid zijn. We kunnen het moeilijk buiten de kindertijd zien en vinden het (je raadt het nooit) kinderachtig. Professor Luyten wijst ons er toch graag op dat er nog veel gewoontes vanzelf mee evolueren naar het volwassen leven, zoals het verzamelen van postzegels, auto’s of luciferdoosjes.
Wetenschappelijk bewezen
Verschillende studies tonen aan dat je niet alleen bent als je graag met je knuffel in bed duikt. In een enquête in 2017 gaf vier van de tien volwassenen aan met een knuffel te slapen. Hoewel het niet de overgrote meerderheid is, is het nog steeds een opvallend hoog getal. Ook onderzoekers van de Vrije Universiteit van Amsterdam ontdekten dat knuffelen met een pluchen vriend een positief effect kan hebben op mensen die zelfzekerheid ontbreken. Ook angsten in relatie met de dood kunnen minder zwaar worden door te knuffelen met een knuffelbeer.
Keerzijde
In sommige gevallen blijkt de knuffelbeer echter een grotere emotionele plaats in te nemen dan gezond is. In het onderzoek van 2017 vertelde gedragsdeskundige Tracey Jones dat een al dan niet gezonde relatie tussen de knuffelbeer en knuffelaar afhangt van de vraag of het “nuttig of schadelijk is voor iemands emotionele integriteit, dagelijks functioneren en interpersoonlijke relaties”. Is dat niet het geval? Dan is er helemaal niks mis met een knuffelvriend in bed.