Wie had in 2019 ooit gedacht dat we in ons huis zouden worden opgesloten om een wereldwijde pandemie te bestrijden? Op 18 maart 2020 werd deze surrealistische realiteit plotseling ons dagelijks leven. Daarna ging het van de ene lockdown naar de andere, een rollercoaster van emoties. Maar een deel heeft genoten van deze ervaring en zou zelfs terugkeren. Ze bedachten hier de benaming ‘lockdownheimwee’ voor. Jawel, het gemis naar die sociale isolatie.
Veel tijd
Wat misten zij net aan de lockdown? Wie ‘lockdownheimwee’ heeft, ervaarde die periode als een mini-vakantie in eigen huis. Ze konden lekker luieren, ongegeneerd in hun pyjama rondlopen en hun favoriete series bingen. Ook was er meer tijd voor persoonlijke projecten en nieuwe hobby’s. Ze doelen bovendien op het gevoel van saamhorigheid en samenwerking om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Milieubewuste mensen waardeerden dan weer de vermindering van verkeer die zorgde voor meer propere lucht in stedelijke gebieden.
Diepe littekens
Maar het begrip bracht al enige discussie teweeg. Voor velen was de lockdown namelijk een periode met veel uitdagingen. Wereldwijd vielen meer dan 6,8 miljoen doden. Daarbovenop liet de periode bij velen diepe littekens achter, niet alleen fysiek maar ook mentaal. Mensen voelden zich eenzaam, hadden moeite om contact te houden met dierbaren en raakten hun dagelijkse structuur kwijt. Bedrijven moesten sluiten, waardoor banenverlies en financiële problemen ontstonden. De zorg voor kwetsbare groepen in onze samenleving werd on hold gezet.
Wie afscheid moest nemen van een familielid, worstelde met hun mentale gezondheid of maandenlang op technisch werkloos stond, voelt dus maar weinig voor de term ‘lockdownheimwee’. Is lockdownheimwee ervaren daarom fout? Niet noodzakelijk. Nu de maatschappij opnieuw op volle toeren draait, is het normaal om te hunkeren naar de rust en stilte van de lockdown. En uiteraard mist niemand het virus dat miljoenen mensen ziek maakte en wereldwijd doffe ellende veroorzaakte. Dat mensen de lockdown missen zegt dan wel weer iets over hoe snel het ‘nieuwe normaal’ plaats moest maken voor het ‘oude normaal’, waarbij de dagelijkse ratrace mensen het leven zuur maakt. Misschien is die verloren balans de echte kern van het debat?