Het kreeftenalarm is het gesprek van de dag. Het staat in alle kranten, en niet alleen in de stadsrubriek van Rome, ook in het landelijke nieuws. De killer-kreeft uit Louisiana. Iedereen spreekt er zijn zorg over uit omdat het een bepaald soort betreft dat zo'n vijftien jaar geleden uit Louisiana is geïmporteerd door een viskweker aan het meer van Bracciano en dat zich, naar men zegt, over geheel Latium heeft verspreid dankzij een ongebreideld voortplantingsvermogen.
Van sloot tot sloot, van afvoerkanaal tot afvoerkanaal hebben ze de vuilstort van Malagrotta bereikt en vandaar, nog steeds afgaande op wat de kranten schrijven, hebben ze gisternacht de aanval op Rome ingezet, door ter hoogte van kilometerpaal dertien de Via Aurelia over te steken, met talloze problemen tot gevolg. Er zou een kettingbotsing zijn ontstaan tussen auto's die niet meer konden remmen op het met deze rode monsters bezaaide asfalt.
Volgens de kranten treffen de provinciale autoriteiten voorbereidingen voor het plaatsen van indrukwekkende afrasteringen, voert de verkeerspolitie onderzoek ter plekke uit en slaan milieuactivisten alarm vanwege de bedreiging van het biologische evenwicht. In de komende dagen worden nieuwe aanvallen verwacht.
Tot zover de kranten.
Nu wil het geval dat ik uitgerekend bij kilometerpaal dertien van de Via Aurelia voor mijn kantoor zit. Het is een heldere, knisperende ochtend, de zwaluwen schetteren in de lucht en een lauwe wind strijkt langs het haar op mijn armen terwijl ik kijk naar twee wegwerkers in oranje overalls die inderdaad een afrastering langs de weg aan het plaatsen zijn - bepaald niet indrukwekkend, eerlijk gezegd - zo'n honderd meter verderop.
Maar het belangrijkste is dat ik hier gisterochtend ook was, om halfzes - ik was langs kantoor gegaan om mijn huissleutels op te halen, na een woelige nacht - en met eigen ogen heb gezien dat een bestelwagen met een buitenlands nummerbord - misschien Roemeens, misschien Pools - in een slip raakte en met zijn zijkant de vangrail schampte. Plotseling sprong de achterklep open en een stortvloed van kreeften kwam op het asfalt terecht.
Kreeften, of liever reuzenkreeften - een ontelbare hoeveelheid: geen kratten van piepschuim, geen enkele andere verpakking; die bestelwagen was, God weet waarom, afgeladen met losse kreeft en gemalen ijs, en heeft praktisch die hele lading op de weg gedumpt, hier vlak voor mij, en is doorgereden zonder ook maar even af te remmen.
Het is dus waar dat gisteren, bij het aanbreken van de dag, de Via Aurelia bij kilometerpaal dertien plotseling bedekt raakte met een ongebruikelijke laag reuzenkreeften, die al snel tot een brij werd geplet door de auto's die vlak achter de bestelwagen reden.
En het is ook waar dat deze pap, toen de herkomst ervan inmiddels niet meer vast te stellen of te raden viel, een ongeluk heeft veroorzaakt tussen twee auto's die een beetje te snel reden - een heel oude grijze Clio en een groene Punto - en die al remmend om hun as zijn gedraaid, zich met een zekere élégance in elkaar hebben geboord, om ten slotte samen tot stilstand te komen tegen de vangrail in wat de tak van natuurkunde die kinematica heet, omschrijft als een volmaakt inelastische botsing' - en dat weet ik omdat mijn dochter nog maar net te horen heeft gekregen dat ze herexamen voor natuurkunde moet doen, en juist de laatste paar dagen bezig is de stof weer door te nemen. Het is waar omdat ik het heb zien gebeuren. Maar de rest niet, de rest is niet waar. Er heeft geen enkele invasie plaatsgevonden.
Kortom, gisterochtend bij het aanbreken van de dag, zat ik nog wat na te piekeren en ik had ook een beetje haast, maar ik heb gewacht met naar huis gaan, dat zweer ik, om te zien of mijn hulp en/of getuigenverklaring noodzakelijk of belangrijk zouden kunnen zijn.
Sandro Veronesi, Zeldzame aarden, Prometheus, 400 p., 19,95 euro
Metro schenkt tien exemplaren van dit boek weg via onze wedstrijdpagina.