Voltijds werkenden (meer dan 35 werkuren per week) werkten in 2020 gemiddeld 42,9 uur per week. Het gemiddeld aantal werkuren van deeltijds werkenden (35 of minder uur per week) steeg naar 25,4 uur in 2020.
Het aantal betaalde werkuren van werkende mannen bedroeg in 2020 gemiddeld 41,4 uur per week, bij vrouwen is dat 34,2 uur - een verschil van dik 7 uur. Het verschil in betaalde arbeid tussen mannen en vrouwen is de voorbije 20 jaar wel een stuk kleiner geworden. De grote oorzaak van het verschil is dat vrouwen veel vaker deeltijds werken (45,9 procent van de vrouwen tegenover 11,8 procent van de mannen). Aan de andere kant presteerde 25,7 procent van de mannen meer dan 40 uur per week, tegenover 11,8 procent van de vrouwen.
Hardwerkende zelfstandigen
De 55-plussers werkten in 2020 gemiddeld 36,5 uur per week, ongeveer 2 uur minder dan de jongere leeftijdsgroepen. Sinds 1999 is het aantal werkuren in die leeftijdsgroep eveneens met 2 uur gedaald. Ook laaggeschoolden presteren met 36,5 uur minder werkuren. Het zijn vooral de zelfstandigen die met gemiddeld 51,4 uur per week veel meer werken dan werknemers in loondienst.
Het Vlaams Gewest scoorde met gemiddeld 38 werkuren per week iets hoger dan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (37,2 uur), het Waalse Gewest (37,1 uur) en België als geheel (37,7 uur). Belangrijk: het gaat hierbij wel om cijfers uit 2019, omdat van de andere gewesten nog geen recente gegevens beschikbaar zijn. In de Europese Unie bedroeg het aantal werkuren in 2019 gemiddeld 37,5 uur per week.