Sinds 1 januari 2018 en de transgenderwet zijn er geen medische criteria meer om de registratie te mogen aanpassen. Dat veroorzaakte een piek van 742 aanvragen in 2018. Intussen stabiliseert het cijfer in 2019 en 2020 rond 400 tot 500 officiële wijzigingen. Dat is een stuk hoger dan voor de nieuwe wetgeving in werking trad met 110 wijzigingen in 2017 en 100 in 2016.
Eind 2017 waren er in België 1.054 personen die een geslachtswijziging hadden laten registreren. Eind 2020 waren dat er sinds 1993 in het totaal 2.734. Dat wil zeggen dat meer dan 60 procent van alle wijzigingen in geslachtsregistratie dateren van na de invoering van de nieuwe wetgeving.
Vlaanderen oververtegenwoordigd
Vlaanderen is oververtegenwoordigd in de cijfers en tekende met 58 procent van de Belgische bevolking 64 procent van de wijzigingen in geslachtsvermelding op. Wallonië, goed voor 32 procent van de bevolking, registreert slechts 24 procent van de wijzigingen. Brussel registreert met 11 procent van de bevolking 7 procent van de aanvragen.
Transmannen zijn doorgaans jonger dan transvrouwen. De gemiddelde leeftijd waarop ze de wijziging aanvragen is 27 jaar, terwijl transvrouwen gemiddeld 37 jaar oud zijn.
Gelijke verdeling aantal aanvragen per genderidentiteit
Tot 2018 was er steeds een overwicht van twee derde transvrouwen met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar op het ogenblik van de wijziging, nu is 44 procent van de nieuwe aanvragers jonger dan 25 jaar. Bij de transmannen is het aandeel jongeren zelfs 63 procent.
Het onevenwicht in het aantal aanvragen per genderidentiteit lijkt voorgoed verleden tijd: het aandeel aanvragen van transmannen bedroeg zowel in 2019 als in 2020 evenveel als dat van transvrouwen.