Zeven op de tien online haatberichten worden verwijderd

Zeven op de tien online haatberichten worden verwijderd

Internetbedrijven verwijderen meer dan zeven op de tien mogelijk illegale haatberichten die online gepost werden. Dat blijkt vandaag uit een nieuwe evaluatie van de naleving van de Europese gedragscode voor het bestrijden van haatberichten op het internet. De gedragscode bestaat sinds 2016 en is een initiatief van de Europese Commissie, Facebook, Microsoft, Twitter en YouTube. Intussen hebben ook Google+, Instagram, Snapchat en Dailymotion de gedragscode onderschreven, net als het Franse spelplatform Webedia (jeuxvideo.com).

Uit een nieuw evaluatierapport blijkt maandag dat 71,7 procent van de berichten die als mogelijk illegale haatuitingen worden aangemeld, door de betrokken bedrijven wordt verwijderd. Dit percentage wijst er volgens de Commissie op dat "ondernemingen bij hun beoordeling de vrijheid van meningsuiting in acht nemen". Bij de vorige monitoring, in december 2017, ging het om 70,0 procent van de berichten. Een percentage tussen de 70 en de 80 procent wordt als normaal beschouwd, want niet alle aangemelde berichten zijn illegaal of haatdragend.

Als sociale media- en andere bedrijven op de hoogte worden gebracht van een bericht dat mogelijk illegaal is omdat het aanzet tot haat en/of geweld, wordt dat in 88,9 procent van de gevallen binnen de 24 uur geverifieerd. In december 2017 werd 81,6 procent van de mogelijk problematische inhoud na minder dan een etmaal gescreend.

De Commissie vraagt de bedrijven wel om betere feedback te geven aan gebruikers, ngo's en andere organisaties die eventueel illegale inhoud melden. Ze moeten ook meer transparantie aan de dag leggen over meldingen en verwijderingen, luidt het.

"De samenwerking met bedrijven en maatschappelijke organisaties werpt vruchten af", zegt vicevoorzitter van de Europese Commissie Andrus Ansip. "Mensen gebruiken het internet om met een muisklik hun mening te geven of informatie te zoeken. Niemand moet zich onveilig of bedreigd voelen doordat haatzaaiende inhoud op internet blijft staan." Ansip noemt het ook belangrijk dat de gedragscode niet in strijd is met de vrijheid van meningsuiting.

bron: Belga