Bij nieuwe protesten tegen de regering in Irak zijn sinds gisteren zeker zeven mensen gedood. Dat melden getuigen en medische bronnen. De doden vielen in de hoofdstad Bagdad en de provincies Basra, Nasiriyah, Dhi Qar en Karbala. Telkens ging het om kogels of traangasgranaten.
Meer dan 300 manifestanten raakten gewond.
Sinds het ontstaan van de spontane sociale beweging in Irak op 1 oktober raakten al meer dan 15.000 mensen gewond in Bagdad en in het zuiden van het land, waar betogers om een herziening van het politieke systeem en een hernieuwde bestuursklasse roepen.
In de hoofdstad bezetten betogers het Tahrirplein, en hebben ze hun kampen weer ingenomen op drie bruggen die leiden naar de zwaarbeveiligde Groene Zone, waar zich het parlement, het bureau van de eerste minister en de Amerikaanse en Iraanse ambassade bevinden. De vlag van Iran wordt in het openbaar verbrand door Irakezen die het buurland als de architect zien van het politieke systeem vol corruptie en cliëntelisme. In het zuiden van het land blokkeren grote protesten verschillende steden.
Als reactie op de menigte stelde de regering sociale hervormingen en grondwetswijzigingen voor, die maar moeilijk gestalte krijgen in het parlement. Toch lijkt dat geen effect te hebben: "We zijn vastberaden door te gaan tot de regering ontslag neemt en het parlement ontbonden wordt. We verwerpen de voorstellen van de overheid, ze liegt en wil tijd winnen", verklaart ambtsdrager Nassir al-Qassab.
bron: Belga