In de studie concluderen de onderzoekers dat de dikte van ijs in vier van de zeven randzeeën in het Noordpoolgebied in de periode van 2002 tot 2018 met 60 tot 100 % sneller is verminderd dan tot nu toe was gedacht. Ze baseren zich daarvoor op nieuwe, «meer realistische» data over de dikte van de sneeuwlagen op het ijs, die rekening houden met de effecten van de klimaatverandering.
Sneeuwkaart
De dikte van zee-ijs wordt namelijk geschat op basis van het ijs dat boven water uitkomt. De meting ervan wordt echter vertekend door de hoeveelheid sneeuw op het pakijs. «Eerdere berekeningen van de dikte van het zee-ijs waren gebaseerd op een sneeuwkaart die twintig jaar geleden voor het laatst werd bijgewerkt», aldus Robbie Mallett, die de studie leidde. «Naarmate het zee-ijs zich almaar later in het jaar vormt, heeft de sneeuw erbovenop minder tijd om op te hopen. Onze berekeningen houden voor het eerst rekening met die vermindering en suggereren dat het zee-ijs sneller smelt dan we dachten.»
Isolerend deken
De onderzoekers gebruikten een satelliet van het Europese ruimtevaartbureau ESA om de dikte van het ijs boven water te berekenen. Die schattingen vulden ze aan met hun nieuw model voor het bepalen van de sneeuwdikte, dat in samenwerking met de Colorado State University werd opgesteld. Het zee-ijs is een «gevoelige indicator voor de gezondheid van het Noordpoolgebied», aldus nog Mallett. «Het is belangrijk omdat dikker ijs fungeert als een isolerend deken dat verhindert dat de oceaan de atmosfeer in de winter opwarmt, en de oceaan beschermt tegen de zon in de zomer.» Dunner ijs heeft ook minder kans om de zomersmelt te overleven.