Het openbaar ministerie, de verdediging en de tien burgerlijke partijen - negen vrouwen die ooit samenwerkten met De Pauw en het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, allen vertegenwoordigd door dezelfde advocaten - kwamen overeen om eerst hun standpunten schriftelijk aan elkaar en de rechters over te maken zodat niet alles tijdens de behandeling ten gronde mondeling moet worden herhaald. Ze mogen ook elk één keer schriftelijk antwoorden op de conclusies van de andere partijen.
Tot 2 jaar cel mogelijk
Ten vroegste vier weken na de laatste procesdag, op woensdag 10 november, wordt een vonnis verwacht. Als De Pauw veroordeeld wordt, riskeert hij maximaal twee jaar cel. De Pauw noch de burgerlijke partijen waren donderdag in persoon aanwezig.
De zitting werd op de publieksbanken wel gevolgd door een advocate van de VRT. De Pauw stuurde een dagvaarding naar de VRT en eist een schadevergoeding van 12 miljoen euro voor reputatieschade na zijn ontslag eind 2017. Dat dossier wordt later door het Brusselse gerecht behandeld.
"Wens ik mijn ergste vijand niet toe"
"Het werd hoog tijd voor het proces, dit is al drie jaar aan de gang en hangt al drie jaar boven het hoofd van Bart en zijn gezin, dat wens ik niemand toe, zelfs mijn ergste vijand niet", zei meester Michaël Verhaeghe voor de zitting.
Ook langs de zijde van de burgerlijke partijen is er opluchting. "Nu kan het eindelijk over de inhoud gaan", zei meester Christine Mussche die de burgerlijke partijen bijstaat. "We zijn tevreden dat er een grondig onderzoek is gevoerd, hopelijk volgt er nu ook een rechtvaardige uitspraak. Die gerechtelijke uitspraak is belangrijk voor mijn cliënten, de waarheid zal tijdens het proces eindelijk naar buiten komen. De enveloppekwestie is nu definitief van de baan, we kijken vooruit naar het proces dit najaar."