Wetenschappers van de Vrije Universiteit van Amsterdam toonden aan dat erfelijkheid een belangrijke rol speelt bij slapeloosheid. Ze trokken een steekproef uit bij meer dan 113.000 mensen uit verschillende landen en konden concluderen dat zeven genen te maken hebben met de moeilijke nachtrust.
Verbanden tussen genen
Vervolgens gingen de onderzoekers aan de slag met het DNA van de participanten. Ze vergeleken het met de diagnoses die ze maakten. Er werd een verband gevonden tussen bepaalde genetische varianten, zoals die van depressies en angststoornissen met slapeloosheid. Aandoeningen die vaak voorkomen in combinatie met slaapproblemen.
Nog even geduld
De onderzoekers voegen er wel aan toe dat de bevindingen de behandeling voor mensen met slaapproblemen niet snel gaan veranderen. "Nu zijn therapieën nog vooral gericht op het veranderen van gewoontes van mensen. Die behandelingen werken vrij goed", zegt hoogleraar psychofysiologie Gerard Kerkhof.
"Er moet nog gekeken worden of deze ontdekking daar iets aan kan veranderen. Het is dus nog even wachten vooraleer we een gerichtere therapie kunnen geven aan mensen met slapeloosheid", voegde Kerkhof eraan toe.