Jo Cornu mikt nog dit jaar op een beter voorstedelijk treinaanbod in Brussel. Dat verzekerde hij aan Metro. «Maar we willen geen dromen verkopen.»
Worden de GEN-treinen specifiek geprofileerd?
«Ze krijgen een eigen branding' en verschijnen als dusdanig op de informatieborden. Verder moet je met dezelfde kaart elk vervoersmiddel kunnen nemen.»
De MOBIB-kaart dus?
«Dat concept, ja. Alleen is de uitvoering daar heel slecht gelopen. Nu moeten we de zaken beter op elkaar afstemmen.»
Intussen is wel nog een half miljard euro extra nodig?
(schudt het hoofd) «Wij beogen een aanbod en Infrabel voert de werken uit. Maar voor dit jaar blijven we op de sporen die er zijn. Alleen de tunnel Schuman-Josafat en het station Schuman komen erbij. Verder doet Infrabel ook andere werken rond Brussel, die door vergunningskwesties een meerkost opliepen. Het gaat niet over onze kosten, die zijn gebudgetteerd voor dit jaar.»
De grootste kost is het personeel. Waarom niet één begeleider per trein?
«In de ons omringende landen werkt het zo. Helaas zijn er bij ons technische en politiek-sociale problemen. De treinen zijn er niet voor uitgerust, de wet laat het niet toe en het is vakbondsgewijs niet evident. Ooit kan het, maar niet nu.»
Is GEN een oplossing voor de drukke Noord-Zuid-verbinding ?
«We zitten daar nog altijd tegen de maximumcapaciteit, dus bij het minste incident heb je vertragingen. Maar dat GEN een uitweg biedt, betwijfel ik. Kijk, het is een gedragsprobleem. Zoals we nu merken bij het nieuwe vervoersplan - dat nochtans werd opgesteld in functie van de vraag - zijn de mensen weinig bereid om hun patroon aan te passen. Daarom denk ik dat ze dat ook hier niet gaan doen. We willen geen dromen verkopen.»
Globaal worden onze sporen dan weer te weinig gebruikt.
«Ik hou nogal van benchmarking en moet inderdaad vaststellen dat we qua benutting zeker niet bij de besten van Europa horen. Op één kilometer in België rijden maar de helft zo veel treinen als in Nederland. Het kan dus efficiënter, maar niet op korte termijn.»
Matthias Adriaensen