De Europese Unie staat voor een immense uitdaging. Ze moet de veiligheid van energietoevoer verzekeren, het milieu beschermen en haar internationale concurrentiekracht behouden. Om deze doelstellingen te bereiken, moeten we bedachtzamer met energie omspringen en op zoek gaan naar alternatieve manieren om energie op te wekken.
Op 23 januari 2008 goot de Europese Commissie deze uitdagingen in een aantal energiemaatregelen: de 20/20/20-doelstellingen. Die doelstellingen moeten de klimaatverandering en de opwarming van de aarde tegengaan. De globale doelstelling is om de opwarming van de aarde tot 2° te beperken.
Concreet houden de 20/20/20-doelstellingen in dat tegen 2020 20% van het energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen moet komen, er 20% minder uitstoot van broeikasgassen (onder andere CO2) moet zijn en dat de energie-efficiëntie met 20% moet stijgen.
Om die eerste doelstelling te halen, zal er 23.000 GWh groene elektriciteit in België geproduceerd moeten worden. De bijdrage van windenergie hierin is voorzien op 13.500 GWh tegen 2020: 3.800 GWh in Wallonië, 2.100 GWh in Vlaanderen en 7.600 GWh in de Noordzee. Momenteel bedraagt de Belgische productie van windenergie 3.600 GWh. Energieproducent EDF Luminus zet zich alvast in en wenst tegen 2016 zijn aantal windmolens verdubbelen.