Wat is de conclusie van de Europese Commissie?
Volgens de analyse van de Commissie zal het begrotingstekort dit jaar iets groter uitvallen dan vooropgesteld, al blijft het wel nog binnen de perken. Het rapport spreekt van 1,9%, terwijl de regering mikte op 1,7%. Hoe dan ook blijft het deficit onder het door Europa opgelegde maximum van 3%.
Over de Belgische staatsschuld is de Commissie pessimistischer. Eind 2016 bedroeg die 105,9% van het BBP en tegen eind 2018 zou dat dalen naar 105,1%. Dat is niet naar de zin van Europa, dat een grotere afname wil zien. Als die niet snel genoeg gebeurt, riskeert ons land samen met de begrotingszondaars op het strafbankje terecht te komen. Volgende week weten we of België de bedenkelijke eer te beurt valt om als eerste in zo'n excessive deficit procedure' terecht te komen.
Hoe wil Europa dat de staatsschuld afneemt?
Voor de berekening van de schuldafbouw kijkt de Commissie naar de verbetering van het structurele begrotingstekort. Dat zou gemiddeld 0,6 procentpunt per jaar moeten bedragen. De verschillende Belgische overheden hebben de ambitie om dat tekort samen af te bouwen van 1,98% in 2016 naar 0,98% dit jaar en 0,36% in 2018, om zo in 2019 een structureel evenwicht te bereiken.
Maar de Commissie is er niet van overtuigd dat dat zal lukken. Ze stelt dat het deficit in 2016 2,2% bedroeg, dit jaar verder zal worden afgebouwd naar 1,6%, maar volgend jaar weer zal stijgen naar 2,0%. Dat is dus ruim 1,6 procentpunt meer dan waar ons land van uitgaat.
Wat gaat de regering doen?
Minister van Financiën Van Overtveldt onthoudt van het rapport de "gunstige evolutie in de overheidsfinanciën". Het begrotingstekort is 0,3 procentpunt lager dan de 2,2% waar in februari nog sprake van was en ook het structureel deficit werd bijgesteld. "Bovendien evolueert de schuldgraad eindelijk in positieve lijn", stelt de minister. "In aanloop naar de volgende begrotingsbesprekingen moeten deze vaststellingen ons aanzetten om op de ingeslagen weg verder te gaan en de hervormingsmotor op toeren te houden."
Minister van Begroting Sophie Wilmès (MR) wijst erop dat de Commissie een andere methodologie gebruikt dan de federale regering, "waardoor haar vooruitzichten over het algemeen pessimistischer zijn".