Liefde is universeel. Of dat is toch wat Jackson beweert, want elke taal heeft er een woord voor. Denk maar aan het Engelse 'love', het Franse 'amour' of het Duitse 'Liebe'. Toch geldt dat niet voor andere emotiewoorden, zoals angst. Wereldwijd is de variatie in betekenissen van zulke begrippen immers drie keer zo groot als van bijvoorbeeld verschillende kleuren. Jackson onderzocht een database met ongeveer 2500 talen van 20 verschillende taalfamilies. Het resultaat werd gepubliceerd in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift 'Science'.
Verschillende woordassociaties
Dat het woord 'liefde' bijna overal ter wereld hetzelfde begrepen wordt, komt omdat positieve woorden zelden geassocieerd worden met negatieve begrippen. Andere emotiewoorden hebben echter vaak meerdere betekenissen, wat Jackson benoemt met de moeilijke term 'colexification'. Als voorbeeldje haalt hij het Engelse woord 'funny' aan, waarmee zowel grappig als raar bedoeld kan worden. Die colexification wijst er volgens hem op dat de sprekers van een taal bepaalde woorden met elkaar associëren.
Over alle onderzochte talen heen vonden Jackson en zijn collega's maar liefst 66.000 gevallen van colexification. Daarvan maakten ze kaartjes om te zien welke andere woorden mensen linken aan emoties. Zo ontdekten ze dat de Indo-Europese taalfamilie, die onder andere het Engels, Frans en Duits bevat, angst associeert met woede. Austroaziatische talen, zoals Vietnamees, leggen daarentegen een verband tussen angst en verdriet of spijt.
Daaruit concluderen ze dat emoties, en dus ook emotiewoorden, heel erg afhankelijk zijn van het land waarin je woont en in welke cultuur je opgevoed bent. Logischerwijze liggen de betekenissen van emotiewoorden dichter bij elkaar naarmate de landen ook geografisch nabij zijn.