De afgelopen tien jaar daalde het aantal jaarlijkse geboorten in België van 129.173 naar 115.565, een daling van 11 procent. Die daling deed zich in ongeveer gelijke mate voor in alle gewesten: in het Vlaamse Gewest ging het om een daling van 10 procent, in het Waalse en Brusselse Gewest telkens om een daling van 11 procent.
In het nieuwe rapport van Statistiek Vlaanderen werd nagegaan hoe die daling in geboorten zich vertaalt in termen van vruchtbaarheid. Het gaat dan om het verwachte totaal aantal geboorten per vrouw of 'totaal vruchtbaarheidscijfer'.
Daling het sterkt in Brussel
Net als het aantal geboorten daalde ook het totaal vruchtbaarheidscijfer tussen 2010 en 2019 vrij sterk. In heel België ging het om een daling van 1,85 naar 1,58 kinderen per vrouw (-15 procent). Het Vlaamse en Waalse Gewest kenden in dezelfde periode een vergelijkbare daling (-14 procent). In het Brusselse Gewest lag die daling nog iets hoger (-17 procent).
Wat daarbij opvalt is de terugval van de vruchtbaarheid bij vrouwen op jongere leeftijd (tussen 20 en 30 jaar). Daardoor worden Vlaamse vrouwen steeds later voor de eerste keer mama. In Vlaanderen steeg de gemiddelde leeftijd van moeders bij de geboorte van hun eerste kind van 28,3 jaar in 2010 tot 29,1 jaar in 2019.
Vooral bij autochtonen
De analyses maken ook duidelijk dat de daling van het vruchtbaarheidscijfer het grootst is bij moeders met de Belgische nationaliteit en bij hoogopgeleide moeders. Bij de vrouwen met als hoogste diploma een lager secundair onderwijs (of lager) wordt zelfs een stijging van de totale vruchtbaarheid vastgesteld tussen 2010 en 2016.