Mobiliteitsminister Ben Weyts (N-VA) heeft er zijn missie van gemaakt om het aantal verkeersdoden in Vlaanderen flink te reduceren. En trajectcontrole is volgens hem het ideale middel om dat doel te bereiken. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat chauffeurs ook na het gecontroleerde traject trager blijven rijden.
"Ik ben het getreuzel beu"
Terwijl er de afgelopen jaren systematisch nieuwe trajectcontroles bijkwamen op de autosnelwegen, blijft het op de gewestwegen vrij stil. Vorig jaar kondigde minister van Mobiliteit Weyts al 26 locaties aan waar hij graag een trajectcontrole wilde, maar dat bleek moeilijker dan gedacht.
De reden voor deze vertraging is de financiering van de trajectcontroles. Nu wordt dat mooi verdeeld tussen de Vlaamse overheid en de steden en gemeenten. "Dat leidt telkens tot lange onderhandelingen met politiezones en gemeentebesturen, met als gevolg dat beslissingen op de lange baan geschoven worden", vertelt de minister aan De Zondag. "Van dat getreuzel wil ik af. Daarom trek ik de trajectcontroles volledig naar mij toe."
Zwarte lijst
In de toekomst zal de Vlaamse regering dus beslissen over de plaats van trajectcontroles op de gewestwegen en zal ze die ook voor 100% betalen. Waar de nieuwe controles komen, is afhankelijk van de zwarte lijst van meest gevaarlijke banen in Vlaanderen. "Want op de gewestwegen vallen verhoudingsgewijs nog altijd het grootste aantal doden", aldus Weyts.
Dit jaar plant Weyts zeven nieuwe trajectcontroles op gewestwegen. Vanaf volgend jaar zouden er elk jaar twintig moeten bijkomen.