Antwerpen werd begin dit jaar voorgesteld als de eerste smart city in Vlaanderen. De stad verstopt honderden sensoren in vuilnisbakken, waterleidingen, parkeerplaatsen en zelfs verwarmingsketels van inwoners, om alles met het internet te verbinden. De gegevens zullen op termijn opengesteld worden voor elke ontwikkelaar, een primeur in Europa. Sensoren in vuilnisbakken houden bijvoorbeeld in de gaten wanneer de ophaaldienst moet langskomen. Chips in waterleiding en riolering analyseren de waterkwaliteit en waarschuwen voor een mogelijke overstroming.
"Vlaanderen op de kaart zetten"
De eerste resultaten zijn positief en alle andere Vlaamse gemeenten kunnen nu bij de regering aankloppen voor een deel van de voorziene 4 miljoen euro. Ze hebben tot eind januari om een project in te dienen en tegen april zal een selectie worden gemaakt. Om hun project vorm te geven, kunnen ze de hulp inroepen van het Leuvense onderzoekscentrum Imec.
"Het is tijd om city of things uit te rollen over heel Vlaanderen en Vlaanderen op de kaart te zetten als dé slimme regio", zegt de minister. "We vragen alle Vlaamse gemeenten om na te denken over wat smart city voor hen kan betekenen en we vragen hen om samen te werken, met elkaar en met onderzoeksinstellingen."
Openstellen voor alle gemeentes
Muyters wil dus dat de gemeenten de technologie niet enkel voor zichzelf ontwikkelen, maar meteen openstellen voor alle andere Vlaamse gemeenten. De projectoproep werd voorgesteld in Bonheiden, waar de gemeenteschool het fietsgedrag van de leerlingen monitort met chips en hen beloont met krediet op de kermis.