Het huidige voorstel van decreet over de toepassing van het CST in Vlaanderen loopt eind januari af. Oppositiepartij Vlaams Belang verzet zich al langer tegen het instrument zelf en dus ook tegen een mogelijke verlenging van het CST na januari. Het Brussels en Waals parlement hebben intussen al het licht op groen gezet voor een verlenging van het gebruik van het CST. Ook in het Vlaams Parlement is vorige maand door de meerderheid een voorstel ingediend dat voorziet in een verlenging van het CST.
Vlaams Belang ziet zo’n verlenging in Vlaanderen niet zitten en dringt aan op een parlementair debat. «Terwijl in de media de discussie over het CST in alle hevigheid woedt, ontbreekt een debat ten gronde in het Vlaams Parlement. Daarom vraag ik als voorzitter van de commissie Welzijn om bij hoogdringendheid hoorzittingen te organiseren met experten, juristen en sectororganisaties over de wenselijkheid van de verlenging», zegt Stefaan Sintobin.
«Draagvlak is in sneltempo aan het wegebben»
Volgens Sintobin moeten hoorzittingen helpen om zicht te krijgen op de wenselijkheid van de verlenging. «Die hoorzittingen moeten enkele zaken duidelijk maken: wat is nog de meerwaarde van de toepassing van het CST-ticket in de diverse sectoren en vooral: is het CST een maatregel die proportioneel is aan het beoogde doel?», aldus Sintobin. Het Vlaams Belang-parlementslid wijst er ook op dat ook bij andere partijen «het draagvlak ervoor in sneltempo aan het wegebben is».
Gisteren liet N-VA-voorzitter Bart De Wever alvast verstaan dat hij hoopt dat het CST na de omikrongolf kan worden afgevoerd. N-VA is al langer een koele minnaar van het CST als middel om de circulatie van het coronavirus te beperken, bijvoorbeeld als voorwaarde om toegang te krijgen tot de horeca of bepaalde evenementen. Maar het instrument afvoeren midden in een besmettingsgolf is volgens N-VA ook niet vanzelfsprekend. «We hopen dat na de omikrongolf de geesten wél rijp zullen zijn om het CST af te voeren. Zeker in regio’s met een hoge vaccinatiegraad is het nut immers bijzonder gering», luidt het.