Door de opwarming van de aarde neemt ook de temperatuur in de oceanen en zeeën van onze planeet toe. Aangezien vissen koudbloedig zijn, zal ook hun interne thermometer een hoger getal aangeven. En een hogere temperatuur betekent meer activiteit en dus meer nood aan zuurstof.
Dat is een probleem, want voor zijn zuurstofinname is de vis afhankelijk van zijn kieuwen. Die filteren het zuurstof uit het water. Het vervelende is dat dat specifiek lichaamsonderdeel niet even snel groeit als de rest van het lichaam van het dier. Op lange termijn zullen de kieuwen niet meer kunnen voldoen aan de vraag voor zuurstof en zal dat de groei van de vis beperken, stelt een onderzoek dat gepubliceerd werd in Global Change Biology.
18% per extra graad
De gevolgen zijn het ergst voor actieve vissen, zoals de tonijn. Zij kunnen tot 30% van hun lichaamsgrootte verliezen. Voor soortgenoten die minder bewegen, zoals de bruine forel, zou de inkrimping beperkt blijven tot 18% per graad dat het water warmer wordt.
"We zien nu al de effecten van de opwarming van de laatste decennia op de grootte van de vissen", stelt William Cheung, wetenschapsdirecteur aan de universiteit van British Columbia en co-auteur van de studie. "De verkleining van de dieren zal ook de productie van de visserijen en de visindustrie direct raken."