Om zijn aardappelbatterij te maken, steekt Baczynski een stukje koper (zoals een muntje) en een stukje gegalvaniseerd ijzer (zoals een spijker) in een aardappel. Door het aardappelsap en het feit dat koper en ijzer een tegengestelde lading hebben, ontstaat er een klein elektrisch circuit.
Te weinig stroom
Een aardappelbatterij wekt echter niet enorm veel stroom op. Een chip en een super-capacitor, die de opgewekte stroom opslaat, zorgen ervoor dat de aardappel wel genoeg stroom genereert. Om de aardappel echt te doen rondrijden, voegde Baczynski er nog een stel wielen en twee kleine elektrische motortjes aan toe.
Lees ook: Vis kan zelf rondrijden in zijn bokaal