Door Eldrid Deleu
Elke dag, anders mis ik iets, antwoordt Eugène Wiertz glunderend als we hem vragen hoe vaak hij van zijn eigen stroop smult. Net als zijn vader en grootvader verwerkt hij in de maanden september en oktober kilo's fruit tot echte Voerense stroop. Eugène noemt het een uit de hand gelopen hobby.
Naargelang het type stroop zoet, lichtzuur of zuur kookt de boer uit Sint-Pieters-Voeren verschillende soorten en combinaties appels en peren in een grote koperen ketel in zijn schuur. Behalve fruit uit de streek komt er niets anders aan te pas, ook geen extra suiker. Van 800 kilo appels en peren maakt Eugène elke dag 95 kilo smakelijke stroop.
Wiertz' grootvader begon stroop te stoken in het begin van de jaren 40. Oorspronkelijk waren er twee koperen ketels, maar de Duitsers namen er één van mee, vertelt Eugène. De andere had mijn grootvader in een put in de grond verstopt.
Foto N. Arnold
Karel de Grote
Nadat de stroopstoker ons van zijn huisgemaakte lekkernij heeft laten proeven, wandelen we door de wei naar de buren. Onderweg zien we de stroopdamp uit het dak van Eugènes schuur stromen.
Stéphane, onze gids in de forellenkwekerij naast de deur, lacht als we zeggen dat we net de stroopstokerij hebben bezocht. Elk jaar komen mensen me vertellen dat het brandt bij de buren. Dan steek ik mijn neus in de lucht, ruik de stroop en stel hen gerust.
De forellenkwekerij bevindt zich op het domein van de prachtige Commanderie (grote foto), een kasteel uit de zeventiende eeuw dat tot de Franse Revolutie toebehoorde aan de Duitse Ridderorde. In de vijvers worden tegenwoordig drie soorten forel gekweekt, een lokale specialiteit die in nagenoeg alle restaurants in de buurt op het menu staat.
Al 300 jaar komen hier in het wild forellen voor. Het water van de Voer, dat van de rivierbron op het kasteeldomein naar alle vijvers loopt, leent zich uitstekend om de smakelijke vis te kweken. Volgens een lokale legende zou een stroper bij de bron van de Voer Pepijn de Korte en Bertha met de Grote Voet hebben betrapt, en zou Karel de Grote hier dus zijn verwekt. Of er iets van aan is, daar kan hij niet op antwoorden, lacht Stéphane.
Tienduizend slakken
Een andere delicatesse uit de streek vinden we in Remersdaal, waar Jacques de Bock enkele jaren geleden de slakkenkwekerij Sint-Heribertus is gestart. Op een heuvel kweekt hij in enkele serretunnels drie soorten slakken: de gros-gris, de petit-gris en de wijngaardslak. Zijn oogst is elk jaar goed voor 15.000 tot 40.000 exemplaren.
Jacques leidt ons met plezier rond op zijn kwekerij. Terwijl een van de beestjes op onze hand langzaam uit zijn huisje kruipt, komen we alles te weten over hoe je slakken kweekt, verzorgt en niet onbelangrijk klaarmaakt.
De wijngaardslak voelt zich in haar nopjes in de Voerstreek, maar de wilde exemplaren zijn beschermd. Jacques schotelt zijn eigen exemplaren echter maar wat graag aan ons voor. En het moet gezegd, een slakje uit de oven is een ware lekkernij.
Foto N. Arnold
Vlaanderens mooiste
Gelukkig weten de Voerense heuvels hoe ze een smulpaap aan het zweten moeten krijgen. De 8,5 kilometer lange Bronnenwandeling werd enkele jaren geleden door de kijkers van Vlaanderen Vakantieland' verkozen tot mooiste Vlaamse wandelroute, en al na enkele meters is ons duidelijk waarom.
Het groene heuvellandschap is adembenemend, vooral nu de herfst zijn intrede doet. Bovendien is dit een bijzonder afwisselende wandeling. We passeren langs tal van natuurlijke waterbronnen en holle wegen, ontdekken enkele dassenburchten en zien op de glooiende heuvelflanken wijngaarden genieten van de zon. In Veurs wandelen we voorbij de typische vakwerkhuizen in silex, en wat later gaan we onder het viaduct van Sint-Martens-Voeren door. Deze spoorwegbrug werd door de Duitse bezetter aangelegd tijdens de Eerste Wereldoorlog, net als de Tunnel van Veurs wat verderop.
's Avonds bekomen we met een Voerdrupke', een lokale sleedoornjenever, van onze eerste kennismaking met deze streek. Het is ons nu wel duidelijk, Voeren brengt je echt in vervoering.
Foto G. Sweron
***Goed om weten***
- Voeren bestaat uit zes dorpen en is een exclave van de provincie Limburg. De gemeente grenst in het noorden aan Nederland en in het zuiden aan de provincie Luik.
- In Sint-Martens-Voeren, te midden van het golvend groene landschap, vind je Hotel De Cantarel. Prijzen vanaf 50 euro per nacht.
- Het Rode Bos in Teuven is de hoogst gelegen brasserie van Vlaanderen, en kan pronken met een prachtzicht vanop het terras.