Vandaag houdt Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) in het Vlaams Parlement zijn Septemberverklaring. Daarin zal hij de doelstellingen van de Vlaamse regering voor het komende jaar toelichten. Die doelen vereisen vaak ook een financiële impuls, maar over de verdeling van de Vlaamse middelen voor de komende twaalf maanden hielden de regeringsleden tot nu toe de lippen toe. Al lichtte Welzijnsminister Vandeurzen in De Zevende Dag al een heel klein tipje van de sluier op.
Meisje zorgde voor kentering
Zo zal Vlaanderen jaarlijks vijftien miljoen euro extra uittrekken voor laagdrempelige hulp aan de geestelijke gezondheid van jongeren. De directe aanleiding voor de verhoging is het geval van een elfjarig meisje dat deze week bekendraakte. Zij kwam in de volwassenpsychiatrie terecht omdat er geen geschikte plaats meer was in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Het incident is kenmerkend voor de druk die staat op de Vlaamse zorg voor mensen met psychische problemen.
Eerder raakten ook cijfers bekend waaruit blijkt dat mensen met psychische problemen vorig jaar gemiddeld 45,56 dagen moesten wachten op een eerste intakegesprek bij de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG). In 2008 bedroeg die wachttijd maar 33,5 dagen. Bij jongeren liep de gemiddelde wachttijd vorig jaar op tot 60 dagen. In 2008 moesten jongeren gemiddeld 50,48 dagen wachten.
Wachten op bevestiging
Vandeurzen erkende toen de druk op de CGG en zei dat hij extra investeert in een programma vroegdetectie en -interventie en in de verdere uitbouw van een eerstelijnszorg.
In de Zevende Dag noemde de minister een bedrag van vijftien miljoen euro. De Septemberverklaring van Bourgeois vandaag in het Vlaams Parlement en het daaropvolgende debat zullen moeten duidelijk maken of dat bedrag bij de begrotingsopmaak effectief is ingeschreven.