Kamerlid Valerie Van Peel (N-VA) klaagt opnieuw het overtal aan artsen in Franstalig België aan. Ditmaal voelt ze zich gesterkt door onderzoek van de Planningscommissie Medisch Aanbod, dat een teveel aan specialisten in het zuiden van het land aanstipt. "Het onderzoek bewijst zwart op wit wat we al zo lang aankaarten", aldus Van Peel. De N-VA-ster hamert al langer op het dossier. Ze verwees donderdag tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Kamer naar het rapport van de commissie, naar aanleiding van een koninklijk besluit waarmee minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) extra Riziv-nummers ter beschikking stelde van Franstalige studenten. Een "generaal pardon", noemt Van Peel dat KB.
Het rapport bewijst volgens Van Peel haar stelling dat er te veel artsen zijn in het zuiden van het land. De dichtheid - het aantal artsen per 10.000 inwoners - bedraagt 14,9 in de Vlaamse Gemeenschap en 21,3 in de Franse Gemeenschap. Bij de huisartsen zien we een kleiner, maar gelijkaardig verschil. "Dat overtal is geen verrassing", aldus Van Peel. "Franstalig België liet het jarenlang na een toelatingsexamen in te voeren en laat nog steeds te veel studenten afstuderen".
Bovendien stelt de planningscommissie volgens Van Peel vast dat Franstalige artsen en huisartsen minder uren presteren dan hun Nederlandstalige collega's. Het gemiddelde VTE-niveau bedraagt voor huisartsen 1,10 voor het Vlaamse Gewest, 0,86 voor het Waals Gewest en 0,69 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het verschil wat betreft specialisten is van dezelfde grootorde.
"Waarom werken artsen in Franstalig België minder? Omdat ze met te veel zijn en te weinig hun brood verdienen. Daarom zijn ze geneigd meer nutteloze onderzoeken voor te schrijven. Een overtal aan artsen leidt tot medische overconsumptie", klaagt de N-VA'ster aan.
Het rapport toont overigens nog aan dat het aantal huisartsen actief in de gezondheidszorg tussen 2004 en 2016 is gedaald van 12.864 naar 12.355 (-4,0 procent). Opvallend is ook de stijging van het aandeel 60-plussers in deze periode: van 12,0 naar 33,8 procent.
bron: Belga