Dat de Belgische kinderen die met hun moeders in Syrische kampen vastzitten gerepatrieerd moeten worden, kon in de Kamercommissie Buitenlandse Betrekkingen op instemming rekenen bij zowel de experten die gehoord werden als de aanwezige commissieleden. Maar binnen de commissie was er minder eensgezindheid over het feit of ook de moeders mee moeten teruggehaald worden en hoe die operatie zou moeten gebeuren. De commissie hoorde kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens, haar Franstalige evenknie Bernard Devos, Child Focus-directeur Heidi De Pauw, Philippe Massay, directeur van het hulpcentrum rond extremisme en gewelddadig radicalisme CAPREV, en VUB-professor Gerrit Loots. Zij waren het unaniem eens dat de kinderen zo snel mogelijk gerepatrieerd moeten worden. Ze verwezen onder meer naar de rechten van het kind en de beslissing van de federale regering uit 2017 om alle kinderen onder de tien jaar te repatriëren en geval per geval te oordelen over kinderen ouder dan tien. Er zouden momenteel 69 Belgische kinderen in Syrië verblijven. Van 100 anderen is niets over hun lot bekend.
Loots en De Pauw, die beiden missies ondernamen naar de Syrische kampen waar Belgische kinderen met hun moeders vastzitten, wezen op de slechte omstandigheden waarin de kinderen verblijven, die sommigen reeds het leven gekost hebben. Dit jaar zijn reeds vier kinderen in de kampen overleden, zei Loots. "Hoe sneller we de kinderen weghalen, hoe beter dat is voor hun ontwikkeling", riep hij de commissie op.
Philippe Massay benadrukte dat er bij de zes kinderen die in het verleden reeds gerepatrieerd werden geen tekenen van radicalisme gevonden werden. De opvang van de drie wezen in Vlaanderen verloopt volgens Caroline Vrijens na een moeilijke aanpassingsperiode goed. Ze lopen school en bloeien open, zei ze. Er is een hele reeks aan opvangmogelijkheden, vervolgde ze nog. Ook andere experts verzekerden dat de gemeenschappen klaar staan om gerepatrieerde kinderen op te vangen.
Een aantal commissieleden had er problemen mee dat ook de moeders naar ons land zouden worden teruggebracht. Darya Safai (N-VA) wees erop dat de moeders bewust gekozen hebben voor IS, die oorlog voert tegen het westen. "De moeders zijn gevaarlijk", aldus Safai, die verwees naar de gruwelijke feiten van IS op Jezidische meisjes. "De Belgische volwassenen moet zo snel mogelijk opgesloten en berecht worden. De kinderen moeten gered worden; ze mogen niet gestraft worden voor de misdaden van hun ouders", vond Jessika Soors (Groen). Goedele Liekens (Open Vld) stelde dat het niet ideaal is om kinderen en ouders te scheiden, "maar de ouders hebben het aan zichzelf te danken. Zij hebben gekozen voor het kalifaat". Els Van Hoof (CD&V) merkte dat weer dat de Koerden de scheiding van kind en moeder niet toestaan.
Van Hoof was het niet eens met Soors die vond dat de vraag niet is 'of' maar 'wanneer'. De vraag is volgens haar niet 'of' maar 'hoe'. Ze vroeg zich af hoe de andere landen met landgenoten in Syrië het probleem aanpakken. Malik Ben Achour (PS) wilde dan weer weten of de Belgische kinderen die zich buiten de kampen in Syrië bevinden ook naar België teruggebracht kunnen worden.
Yasmine Kherbache (sp.a) vond het stuitend dat de beslissing van de regering uit 2017 onuitgevoerd gebleven is. Er is veel tijd verloren gegaan: "Is repatriëring vandaag praktisch mogelijk?", vroeg ze zich af. Uitspraken als "We willen we repatriëren, maar dat is niet zo simpel", stuiten Kherbache tegen de borst. Ze verwees ook naar de uitspraak van Heidi De Pauw dat de Amerikanen klaar staan om kinderen te repatriëren. "De VS stelt wel een aantal voorwaarden, zoals dat ook de vrouwen mee gerepatrieerd zouden worden en dat het betrokken land ook militaire steun zou geven binnen het conflict."
bron: Belga