Volgens doctoraatsstudente aan de KU Leuven Sofie Burggraeve zouden heel wat problemen op het Brusselse spoornet opgelost kunnen worden met een andere dienstregeling. Ze stelt voor om tussen treinen onderling meer tijd te voorzien en onvermijdelijke vertragingen die op bepaalde plekken ontstaan, beter te berekenen.
Een treinfile
De haltes Brussel-Noord, -Centraal en -Zuid vormen een flessenhals. Het spoornet gaat er van 12 naar 6 en 24 sporen, net op één van de drukste punten van het Belgische spoornet. Het komt dan ook vaak voor dat de enkele minuten vertraging die één trein oploopt, gevolgen heeft voor al de verbindingen die er het uur daarna moeten passeren.
De grootste oorzaak van vertragingen zijn volgens het onderzoek van Burggraeve 'doorgeefvertragingen'. "Dat zijn kleine vertragingen die elke dag voorkomen omdat ergens op het net één trein een paar minuten te laat komt, en alle andere treinen die kort daarna hetzelfde punt moeten passeren opgehouden worden. Dat kan voorkomen worden door een goeie planning", zegt ze in Het Laatste Nieuws.
Minister Bellot is "zeer geïnteresseerd"
In haar model is er meer buffertijd tussen de treinen en is de vertraging beter berekend. "De lijn Antwerpen-Charleroi, bijvoorbeeld, komt binnen aan de noordzijde van Brussel-Noord en rijdt weg aan de zuidkant van Brussel-Zuid. Logischer zou zijn om de trein op een centraler spoor Brussel in en weer uit te leiden."
Het kabinet van federaal minister van Mobiliteit François Bellot (MR) is "zeer geïnteresseerd" in het onderzoek. "Als wij die studie krijgen, zullen we ze met veel aandacht lezen", klinkt het.