Vanwege de coronabeperkingen is er dit jaar geen traditionele verplaatsing met het vliegtuig vanuit de voorlaatste etappe naar Parijs. Wel trok het peloton met de bus naar startplaats Chatou. Een deel van de transfer gebeurde zaterdagavond al, de rest werken de renners zondagochtend af.
Dan zetten ze vanuit Chatou koers naar Parijs waar de finish op de Champs-Elysées ligt. Niet op de traditionele finishplaats, maar wel zo’n 300 meter verder. Met andere woorden: de laatste bocht ligt niet op 400 meter, maar op zo’n 700 meter, wat van belang kan zijn voor de sprinttrein van de snelle jongens.
Voor de 46ste keer finisht de slotetappe op de Champs-Elysées in Parijs. Sindsdien eindigde de wedstrijd 37 keer op een massasprint, hield een ontsnapping vijf keer stand tot het eind en werd er drie keer verrast met een late uitval (Gerben Karstens in 1976, Pol Verschuere in 1980 en Aleksandr Vinokourov in 2005). Een keer eindigde de Tour met een tijdrit in 1989, gewonnen door Greg LeMond.
Recordhouder
Mark Cavendish is recordhouder met vier overwinningen: in 2009, 2010, 2011 en 2012. Hij kan dat record zondag nog wat scherper zetten. Bernard Hinault telt twee zeges (1979 en 1982), net zoals Djamolidine Abdoujaparov (1993 en 1995), Robbie McEwen (1999 en 2002) en Marcel Kittel (2013 en 2014).
Ongetwijfeld zal het team van Cavendish een gooi doen naar een zesde ritzege in deze Tour de France, een vijfde voor de recordhouder. Yves Lampaert probeerde in 2018 met een late uitval het peloton te verrassen, in deze editie zal er wellicht ook wel een renner op zo’n manier een gooi proberen doen naar eeuwige roem. Wout van Aert en Jasper Philipsen zullen dat niet zijn, zij zetten alles op hun sprint.