Niet alleen Delphine Boël mag zich voortaan prinses noemen, ook haar kinderen krijgen het recht om zich prins of prinses te noemen. Dat zegt Frederik Swennen, hoogleraar familierecht aan de UAntwerpen, nadat koning Albert II gisteren had erkend dat Delphine Boël zijn biologische dochter is. Vraag is evenwel of ze dat effectief willen. De regering-Michel wijzigde in 2015 het koninklijk besluit (KB) dat het verlenen van prinselijke titels regelt. Alleen nog de kinderen van de huidige koning Filip en zijn troonopvolgster, prinses Elizabeth, zouden zich zo nog kunnen noemen. Maar artikel 2 van het KB bepaalt een overgangsregeling voor de "kinderen en kleinkinderen, geboren uit de nakomelingschap in rechte lijn van Zijne Majesteit Koning Albert II". Ook zij mogen volgens het KB de titel van prins of prinses van België voeren.
"Prinses Astrid en prins Laurent konden op die manier hun titel behouden. Maar in zijn abstractie bepaalt dat artikel dus ook dat die titel toekomt aan Delphine Boël. En als zij de titel mag dragen, dan ook haar kinderen", zegt Swennen. Volgens hem laat het artikel weinig ruimte voor interpretatie.
Swennen geeft toe dat dit zou ingaan tegen de geest van de wet. Die had net als achterliggende bedoeling om het aantal dragers van de titel van prins of prinses te beperken. "Maar als die overgangsregeling er is, dan geldt die ook voor Delphine Boël."
Delphine Boël heeft altijd verklaard dat het haar niet te doen was om de titel van prinses of om geld. Het lijkt dus vooral te gaan om een theoretische kwestie.
bron: Belga