Elien Schramme, een master in de biologie (UAntwerpen), trok voor haar thesis naar Mekelle, een stad in Noord-Ethiopië, om de gevlekte hyena's die er leven te bestuderen. Ze verzamelde er hyena-uitwerpselen die ze in labo's in Antwerpen en Berlijn aan DNA-onderzoek onderwierp. Zo kon ze achterhalen dat het om een populatie van zo'n negenhonderd hyena's gaat, waarvan alle dieren allicht tot één en dezelfde clan behoren. "Mogelijk zijn er twee clans, maar zelfs in dat geval zouden deze van ongeziene grootte zijn. De grootste groep die tot heden werd geobserveerd, was een clan van vijfennegentig hyena's in Tanzania."
Dieet van slachtafval
De groep hyena's rond Mekelle is volgens Schramme in vele opzichten bijzonder. "In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, eten hyena's niet alleen aas, maar jagen ze vaak in teamverband op eigen prooien. Ze leven in groepen of clans van vier tot vijfennegentig individuen. Het is dan ook opmerkelijk om zo'n grote groep rond een stad als Mekelle, waar er haast geen prooien te vinden zijn, aan te treffen. De hyena's zijn er overgeschakeld van het jagen naar het eten van afval. De dieren verlaten 's nachts hun schuilplaatsen om zich in de straten en op de vuilnisbelten te goed te doen aan slachtresten."
Geen nieuwe clan
Dat nieuwe dieet lijkt een invloed te hebben op de doorgaans rigide sociale structuur van hyena's, zo merkte de biologe op. "Binnen de clans heeft elk dier zijn eigen rang in de hiërarchie. Vrouwtjes en hun jongen komen op de eerste plaats, onder andere als het gaat over toegang tot voedsel. Mannetjes blijven niet in de clan waar ze geboren zijn, maar zoeken een nieuwe groep op wanneer ze volwassen worden. Dat helpt inteelt te voorkomen. Maar in tegenstelling tot elders in Afrika leven in Mekelle meer mannelijke hyena's dan vrouwtjes. Dat lijkt aan te tonen dat de mannetjes in Mekelle niet langer een nieuwe clan opzoeken eens ze volwassen zijn, wat ook de grootte van de groep kan helpen verklaren."
Stad van mens én roofdier
De studie van Schramme toont aan dat hyena's een sterk aanpassingsvermogen hebben, waardoor ze dicht bij mensen kunnen leven in een gebied waar er amper nog prooidieren zijn. Die aanpassing is zelfs zo succesvol dat de dieren er in grotere aantallen voorkomen dan in natuurlijke omstandigheden. Bovendien blijkt de lokale bevolking amper hinder te ondervinden van de dieren, wat volgens Schramme zeer belangrijk is met het oog op wildbehoud.
"Doordat de wereldbevolking blijft groeien, zullen wereldwijd steeds meer roofdieren in de nabijheid van steden moeten zien te overleven. Mijn studie toont aan dat samenleven met mensen niet per sé aanleiding hoeft te geven tot zogenaamde human-wildlife conflicten, en dat de dieren zelfs voordeel kunnen halen uit deze nieuwe omstandigheden."
Elien Schramme sleepte met haar scriptie een nominatie voor de Eos-prijs 2015 in de wacht. Alle info op www.scriptieprijs.be.