De strijd tegen stropers in de nationale parken van Afrika begint een technologische strijd te worden. De parken gebruiken gps-signalen en drones om hun dieren en stropers in de gaten te kunnen houden. Maar de stropers durven ook technologie te gebruiken. Zij gaan op zoek naar foto's van toeristen op de sociale media. Vaak zijn deze foto's getrokken en geüpload met een smartphone, waardoor die foto's vaak een geotag hebben. Een geotag is een beetje informatie in het bestand van je foto waarin de exacte coördinaten staan van waar je foto genomen hebt. Deze foto is daar een voorbeeld van, als je daar rechtsonder op info klikt, krijg je een kaartje te zien met de exacte locatie waar deze foto getrokken is.
De stropers gebruiken deze informatie om het dier op te sporen rond de plek van waar de foto genomen is. Het geeft hen een ongeveer een idee waar het dier zich bevindt en kunnen het zo sneller opsporen. Vandaar ook dat er onlangs een oproep op Twitter verscheen van één van de Afrikaanse nationale parken om geotagging uit te schakelen en aan niemand te vertellen waar je de foto trok.
Tim Bennett (@flashman) 5 mei 2014
De laatsten jaren jagen stropers steeds meer op neushoorns. Dat komt door de grote vraag naar hun hoorns vanuit Azië. In Vietnam zijn er mensen die geloven dat die hoorn in staat is om kanker te genezen. De medische wetenschap heeft bewezen dat dat niet zo is, maar toch blijft de vraag hoog. Door die vraag zijn er vorig jaar maar liefst 1.000 neushoorns gedood door stropers in Zuid-Afrika.
Geotagging is niet het enige technologische middeltje dat stropers gebruiken. Volgens National Geographic probeerden stropers vorig jaar versleutelde gps-gegevens van Bengaalse tijgers te hacken. Stropers zijn ook niet de enigen die geotagging misbruiken. Eerder al gebruikten opstandeling in Irak de geotagging van foto's van Amerikaanse soldaten om vier helikopters op te sporen en te vernietigen.