De Spaanse koning Felipe heeft het parlement ontbonden na de mislukte regeringsonderhandelingen. In juni komen er nieuwe verkiezingen.
De uitslag van de voorbije parlementsverkiezingen op 20 december maakte de regeringsvorming erg moeilijk. De regerende Partido Popular (PP) van premier Mariano Rajoy (foto) verloor heel wat zetels maar bleef de grootste partij met 28,7%. Belangrijker was dat de twee grote partijen PP en de socialistische PSOE voor het eerst in de geschiedenis hun dominantie doorbroken zagen. De linkse beweging Podemos en het liberale Ciudadanos zorgden voor een politieke aardverschuiving.
Felipe
Deze week verliep de vooropgestelde termijn om een regering te vormen. Zowel Rajoy als het socialistische kopstuk Pedro Sanchez (PSOE) slaagden er niet in een coalitie op de been te brengen. PSOE haalde 22% bij de verkiezingen. Koning Felipe VI tekende gisteren een decreet waarmee hij het parlement ontbindt en verkiezingen uitschrijft voor 26 juni. Het is de eerste keer ooit dat er nieuwe verkiezingen uitgeschreven worden in Spanje. Doorgaans heeft een van de twee grote partijen een meerderheid in het parlement, waardoor ze alleen kunnen regeren.
Podemos
Een en ander is te danken aan het indrukwekkend resultaat van Podemos, een beweging die in 2014 opgericht werd. Zij haalden 20% en vormen zo een derde groot blok na de PP en de PSOE. Podemos groeide uit de indignados, de protestbeweging die ontstond na de economische crisis. Eerder wist Podemos al de burgemeestersjerp in de twee grootste steden, Madrid en Barcelona, om te gorden.