Met 33 zetels kwam de VVD van Rutte bij onze noorderburen als grootste partij uit de stembusgang, waardoor een kabinet-Rutte III voor de hand ligt. De vraag is wel: met welke partijen? In de vorige regering vormden de Nederlandse liberalen een coalitie met de PvdA, maar die kreeg een historische oplawaai te verwerken.
De socialisten werden gedecimeerd en verloren maar liefst 29 zetels, de grootste afstraffing ooit. De huidige coalitie verderzetten is dus geen optie. Zoals de kiezer de kaarten geschud heeft, moet Rutte bovendien niet één, maar drie partners vinden. De Tweede Kamer telt 150 zitjes, dus zijn er minstens 76 nodig om een regering te vormen.
In principe zijn de christen-democratische CDA en het links-liberale D66 (allebei 19 zetels) de meest voor de hand liggende coalitiepartners, maar samen halen ze geen meerderheid. Een vierde partij dringt zich dus op, wat niet vaak gebeurt in de Nederlandse politiek.
De laatste keer was meer dan veertig jaar geleden, in 1972, toen het er zelfs vijf waren. Aangezien Rutte al heeft laten weten dat samenwerking met de PVV van Geert Wilders, de tweede grootste partij, uitgesloten is, dringt een partij ter linkerzijde zich op. Het valt echter te betwijfelen of ze bij de SP of Groen-Links staan te springen om in een rechts kabinet te stappen.
Rutte beseft zelf maar al te goed dat hij voor een helse klus staat. In 2012 nam de regeringsvorming 54 dagen in beslag, maar deze keer zou het nog een pak langer kunnen duren. «Het kan best wel eens een complexe formatie zijn», vertelde hij op Radio 538. «De rest moet het ons ook gunnen om het voortouw te nemen. Dat gaan we zien.»