Victor D. en het slachtoffer waren elkaar tegengekomen op 1 mei 2019 bij het uitgaan. Na heel wat drank zouden de twee gekust hebben. Nadien zouden er buiten aan het café verdere handelingen zijn geweest, waarvan het slachtoffer achteraf beweerde dat die gebeurd zouden zijn zonder haar toestemming.
Geen bewijs
De rechtbank maakte tijdens haar beraad een analyse van de feiten, op basis van camerabeelden en de getuigenissen van Victor D., het slachtoffer en een derde getuige. Daaruit was het niet boven alle twijfel verheven dat er penetratie was geweest, wat nodig is om te kunnen spreken van verkrachting, nadat het slachtoffer had aangegeven dat de avances van D. niet gewenst waren. De rechtbank vond ook geen bewijselementen die de verklaring van het slachtoffer geloofwaardiger maakten dan die van de beklaagde.