In 2018 werd er opnieuw heel wat afval gesorteerd en gerecycleerd. Zo kreeg 65 procent van het huishoudelijke afval, 68 procent van het productieafval uit onze industrie en 79 procent van het totale bedrijfsafval vorig jaar een tweede leven. Dat blijkt uit de afvalcijfers die de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) vandaag publiceert. De grootste uitdaging voor Vlaanderen bestaat erin de evolutie van het bedrijfsrestafval te kenteren, klinkt het. Vlaanderen produceerde in 2018 3.087.209 ton huishoudelijk afval, ofwel 468,5 kilogram per Vlaming. In 2008 was dat nog 554,9 kilogram afval.
Van het huishoudelijke afval sorteren we preventief 69 procent. De overgrote meerderheid daarvan gaat ook daadwerkelijk naar recyclage, compostering of hergebruik. Slechts 6,3 procent van het gesorteerde afval kan niet gerecycleerd worden, omdat het afvalstoffen zijn die we om milieu-hygiënische redenen selectief inzamelen maar niet kunnen recycleren zoals bijvoorbeeld asbesthoudend afval.
Onze bedrijven produceren heel wat meer afval. In 2018 werd er 16.374.000 ton bedrijfsafval voortgebracht. Dat is een lichte stijging tegenover het jaar voordien, maar dat is niet per se slecht, zegt OVAM. Vlaanderen mikt voor bepaalde afvalstromen van bedrijven immers niet op afvalvermindering. Zo zijn bijvoorbeeld verbouwingen een stap in de goede richting voor een materiaal- en energie-efficiënter gebouwenpark. De recyclagegraad van ons Vlaams bedrijfsafval blijft ook zeer hoog, 79 procent van het primaire bedrijfsafval en bedrijfsgrondstoffen krijgen een tweede leven.
Toch kunnen bedrijven nog een grote stap vooruit zetten ten opzichte van restafval. Vlaanderen wil de hoeveelheid bedrijfsrestafval met 15 procent doen afnemen tegenover 2013. Nu blijkt dat het bedrijfsrestafval in 2018 echter met 1 procent gestegen is sinds dat jaar. Vooral in de gezondheidszorg (84 procent restafval), de horeca (81 procent), het basisonderwijs (89 procent), secundair (78 procent) en hoger (68 procent) onderwijs, en de administratieve activiteiten van de overheid (76 procent) liggen er nog heel wat mogelijkheden, aldus OVAM.
Tegenover de groei van onze economie lijken de bedrijven het wel goed te doen. Het aantal tonnen bedrijfsafval groeit heel wat trager dan het bbp, dankzij de overschakeling naar een economie die meer gebaseerd is op dienstverlening dan op industrie.
De OVAM verwacht dat de hoeveelheid restafval de volgende jaren verder zal dalen en het selectief ingezamelde afval weer zal toenemen als gevolg van een aantal nieuwe maatregelen zoals de uitgebreide pmd-zak en de nieuwe sorteerregels van gft-afval. Vanaf 2020 zouden ook de effecten duidelijk moeten zijn van het verbod op het gebruik van gratis plastic draagtassen, wegwerpbekers en cateringmateriaal.
bron: Belga