Jaren na hun vertrek hebben ex-ministers nog door de staat betaalde medewerkers. Elke partij wil ervan af, ook al maakt iedereen er gebruik van, schrijft De Standaard vandaag. Wie stopt als federaal minister of staatssecretaris, door ontslag of aan het einde van de regeerperiode, heeft recht op twee voltijdse medewerkers tot hun opvolgers op hun beurt worden vervangen door een nieuwe ploeg.
Omdat er nog steeds geen nieuwe federale regering is, hadden eind september twaalf van de negentien excellenties uit de regering-Di Rupo, die in 2014 aftrad, op die manier nog medewerkers in dienst. Onder hen ex-staatssecretarissen Hendrik Bogaert en Servais Verherstraeten (beiden CD&V), Elio Di Rupo (PS) zelf, sp.a'ers Monica De Coninck, John Crombez en Johan Vande Lanotte en Melchior Wathelet (CDH), die al jaren geleden de politiek verliet.
Door de leegloop van de huidige ontslagnemende federale regering doen intussen ook vijf ex-leden ervan een beroep op het systeem, onder wie Kris Peeters (CD&V) en N-VA'ers Theo Francken, Johan Van Overtveldt en Sander Loones - die slechts vier weken minister was. Ook Zuhal Demir (N-VA) had tot haar aanstelling tot Vlaams minister zo'n personeel in dienst.
Hoewel alle partijen van de laatste regeringen er gebruik van maken, willen alle Vlaamse partijen het systeem afschaffen. De Vlaamse regering besliste in 2015 al dat voortaan alleen nog ex-ministers zonder parlementszetel een beroep konden doen op één medewerker, gedurende twee jaar. De huidige federale regering gaf de afgelopen jaren in het parlement meermaals aan de regeling te zullen herbekijken, maar voegde nooit de daad bij het woord.
bron: Belga