Parkwachter Carmen Moreno was van dienst toen het lijk van een vrouw gevonden werd in het Maria Luisa park in Sevilla. De politie stelde vast dat de vrouw depressief was en een grote hoeveelheid kalmeermiddelen had ingenomen. Bijgevolg ging de recherche ervan uit dat de vrouw zelfmoord had gepleegd. Moreno was daar echter niet van overtuigd.
Terwijl ze de plaats delict opruimde, trof de parkwachter immers verdacht veel bloedvlekken aan. "Achter de bank waar de vrouw gevonden werd lag een hoopje bloederige doekjes en inlegkruisjes. Gewoonlijk heb ik handschoenen bij me, maar die dag niet. Als grote fan van CSI, bedacht ik me dat ik de doekjes kon oprapen met een zakje, zonder het bewijs aan te tasten. Nadien stak ik elk bewijsstuk in een kleiner zakje, dat ik dichtbond. Die zakjes stak ik in een grotere zak. Het verbaasde me dat de politie alles had laten liggen, aangezien er ook bloedvlekken op de bank waren", aldus Moreno bij The Guardian.
Nadat haar shift erop stond, trok Moreno naar strand. Niet veel later kreeg ze een telefoontje van haar baas, die vroeg waar ze de bloederige doekjes had gelegd. De politie onderzocht de bloederige vodden en vond het DNA van een 46-jarige man die gekend staat voor geweld. Verder forensisch onderzoek toonde aan dat de vrouw niet gestorven was aan een overdosis, wel aan inwendige bloedingen na een brutale verkrachting.
De openbare aanklager loofde Moreno. Volgens hem was de zaak een pak moeilijker geweest zonder het forensische bewijs dat de parkwachter verzamelde.
Archiefbeeld EPA / P. Nijhuis