Het Brusselse parket gaat niet in cassatie tegen de beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank om Muhammed Aytekin (23), de man die in oktober 2015 de 12-jarige Merel De Prins doodreed in Vilvoorde, voorwaardelijk vrij te laten. Volgens het parket zijn er in het vonnis van de strafuitvoeringsrechtbank geen elementen te vinden die een cassatieberoep mogelijk maken. Het dodelijk ongeval vond op 28 oktober 2015 plaats op het kruispunt van de Jan Frans Willemsstraat met de Radiatorenstraat. De 12-jarige Merel De Prins werd op het fietspad aangereden door een BMW die er na de aanrijding onmiddellijk vandoor ging. Het meisje werd nog naar het ziekenhuis gebracht, maar overleed later die avond aan haar verwondingen.
De bestuurder, Muhammed Aytekin, nam eerst de vlucht naar het buitenland maar gaf zich op 2 november toch aan bij de politie. Hij bleek allesbehalve aan zijn proefstuk toe en had op het moment van het ongeval al een zoveelste rijverbod. De Brusselse correctionele rechtbank veroordeelde de 23-jarige jongeman tot een effectieve celstraf van 5 jaar, een boete van 6.000 euro en een levenslang rijverbod. In oktober 2018 plaatste de strafuitvoeringsrechtbank hem dan onder elektronisch toezicht, weliswaar onder een aantal voorwaarden.
Eind november was gemeld dat Aytekin in Sint-Pieters-Leeuw was tegengehouden in een onverzekerd voertuig, waarin hij weliswaar als passagier zat, maar waarvan hij de eigenaar zou zijn geweest. Volgens de strafuitvoeringsrechtbank hebben zijn advocaten documenten voorgelegd waaruit bleek dat de bewuste wagen niet Aytekins eigendom was en dat die wagen wel verzekerd was.
Bovendien had Aytekin de voorwaarden van zijn elektronisch toezicht correct nageleefd, zodat er volgens de strafuitvoeringsrechtbank geen redenen waren om de voorwaardelijke invrijheidstelling niet toe te kennen. Wel kreeg Muhammed Aytekin elf voorwaarden opgelegd.
bron: Belga