Op het vlak van mobiliteit zijn er in Brussel veel kortetermijnwinsten mogelijk met slechts enkele kleine ingrepen. Dat is de conclusie van een nieuwe evaluatiemethode ontwikkeld door doctorandus Geert te Boveldt van MOBI, de VUB-onderzoeksgroep onder leiding van prof. Cathy Macharis. Het MOBRU-project is gebaseerd op een aanpak in twee stappen. Eerst werd een analyse gemaakt van de stedelijke mobiliteit van Brussel in zijn geheel. Zowel op vlak van infrastructuur als vervoersaanbod en de geprefereerde vervoerswijzen. De metropolitane besluitvormingsstructuur werd ook in rekening genomen. In de tweede stap werd een nieuwe aanpak ontwikkeld voor de evaluatie van vervoersprojecten in een institutioneel complexe omgeving. Zo kon de samenhang tussen de verschillende problematieken bepaald worden.
"Het onderzoek wil het metropolitane mobiliteitsbeleid vooruit helpen door de kansen, maar ook de tegenstrijdige belangen van de verschillende belanghebbenden in kaart te brengen. Hiermee willen we een nieuw perspectief bieden op de huidige en de toekomstige mobiliteit in Brussel", stelt onderzoeker Geert te Boveldt.
Het MOBRU-project ziet meteen dat er kortetermijnwinsten mogelijk zijn in enkele gebieden en dat met slechts kleine investeringen. De onmiddellijke Brusselse periferie lijdt momenteel onder het povere openbaar vervoersaanbod. Daar kunnen lokale verbeteringen, zoals de uitbreiding van bestaande lijnen of de aanleg van fietspaden, de toestand aanzienlijk verbeteren. Een betere integratie van het bestaande openbaar vervoersaanbod van de verschillende exploitanten in het Brussels gewest zou dan weer een derde van de inwoners in staat stellen zich beter te verplaatsen, zonder de creatie van een nieuw aanbod.
bron: Belga