Dat de tijd tikt voor moeder aarde en haar bewoners, staat buiten kijf. Jaarlijks weerkerende berichten over het verbleken van de koraalriffen en het uitsterven van diersoorten, zijn alarmerend. Over wanneer het exact te laat zou zijn voor onze flora en fauna, is minder duidelijkheid. Volgens een nieuwe studie zouden we als de temperatuur aan hetzelfde tempo blijft stijgen al in 2030 te maken kunnen krijgen met een grote en abrupte natuursterfte.
Domino-effect
De onderzoekers, die hun bevindingen publiceerden in het tijdschrift Nature, bekeken de toekomstvoorspellingen voor meer dan 30.000 land- en zeesoorten. Dat is uitzonderlijk uitgebreid, aangezien veel onderzoek naar verlies van biodiversiteit zich focust op één enkele soort. De breedte van de onderzoeksdata zorgde voor het nieuwe, verontrustende inzicht dat de instorting van ons globale ecosysteem waarschijnlijk eerder abrupt dan geleidelijk zal gebeuren. Wanneer de temperatuur stijgt in een bepaald leefgebied, stoten de meeste soorten namelijk bijna tegelijk op hun limieten om zich aan te passen en te overleven. Dat komt omdat veel soorten binnen een leefgebied van elkaar afhankelijk zijn. Er ontstaat een soort domino-effect: wanneer de insecten sterven, hebben ook de vogels niets meer te eten en worden de planten niet meer bestuift.
Tropische oceanen voor 2030
In een scenario waarin de uitstoot hoog blijft, kan volgens de studie deze grootschalige natuursterfte al voor 2030 van start gaan in tropische oceanen. Tegen 2050 kan het fenomeen zich ook verspreid hebben naar tropische wouden en ecosystemen op andere breedtegraden. Het onderzoek wijst nog maar eens uit dat het belangrijk is om de klimaatopwarming zoveel mogelijk te beperken, want hoe hoger de toekomstige globale temperatuurstijging, hoe meer leefgebieden ten prooi kunnen vallen aan plotse sterfte. Bij een globale klimaatopwarming van 4° Celsius zou 15% van de leefgebieden getroffen worden, maar blijft de opwarming beperkt tot 2° Celsius, is slechts 2% in gevaar.