Om de dalende olifantenpopulatie in Gabon te bestuderen, gebruikten onderzoekers drie drones. Die wilden ze gebruiken om de beesten te tellen, de kuddes te volgen en hun migratie in kaart te brengen. Hun plan viel echter in het water toen bleek dat de olifanten het niet op prijs stelden dat ze gevolgd werden door de kleine tuigjes. Sommige dikhuiden zetten het op een lopen, terwijl eentje met modder begon te slingeren naar het vliegend cameraatje.
Je zou denken dat een machtige olifant, die geen natuurlijke vijanden heeft, weinig te vrezen heeft van een klein zwevend toestel. Het probleem ligt echter bij een veel kleiner wezen: bijen. Het gezoem dat drones produceren zou de slurfdieren doen denken aan hun kleinste vijanden.
Afrikaanse bijen zijn een pak agressiever dan hun Europese tegenhangers en vallen bovendien in grotere groepen aan. Ze weten ook de gevoelige plekjes, zoals de ogen, slurf en achter de oren, te vinden en er is weinig dat de kolossen daartegen kunnen beginnen.
De onderzoekers van Duke Universiteit gaan nu de frequenties van drones en de insecten vergelijken. Als blijkt dat ze inderdaad erg gelijkaardig zijn, zullen de wetenschappers op zoek gaan naar manieren om de geluiden te dempen of naar andere manieren om de kuddes in de gaten te houden, zonder ze te storen.
AFP / S. Maina