De gerechtelijke autoriteiten in Oeganda hadden de toenmalige Soedanese dictator Omar al-Bashir moeten oppakken toen hij in 2017 Oeganda bezocht. Dat heeft een rechter van het Oegandese High Court vandaag beslist. Het Internationaal Gerechtshof (ICC) in Den Haag heeft een aanhoudingsbevel lopen tegen de man. De rechter beval ook de aanhouding van Bashir, aldus een woordvoerder van het ministerie van Justitie. In 2009 en 2010 lanceerde het Strafhof aanhoudingsbevelen tegen Bashir omdat hij begin jaren 2000 in de opstandige regio Darfoer misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en genocide gepleegd zou hebben. Bij het geweld in Darfoer zouden 300.000 mensen omgekomen zijn.
Alle ICC-lidstaten, en dus ook Oeganda, zouden Bashir moeten uitleveren als hij het grondgebied betreedt. Enkele jaren terug kon Bashir al probleemloos naar Zuid-Afrika reizen. Ook daar velde een rechtbank later het oordeel dat de Zuid-Afrikanen Bashir hadden moeten uitleveren.
Bashir leidde Soedan 30 jaar met harde hand, maar werd in april afgezet door het leger. Het land was toen al enkele maanden in de greep van volksprotest. Vandaag wordt de eerste verjaardag van die protesten herdacht. Duizenden mensen zijn op straat gekomen.
Vorige week nog werd de oud-dictator door een Soedanese rechtbank schuldig bevonden aan corruptie. Hij werd veroordeeld tot twee jaar opsluiting in een heropvoedingsinstelling. Verwacht wordt dat er in Soedan nog meer zaken opgestart zullen worden tegen hem, maar het is onzeker of de huidige machthebbers in Khartoem hem zullen uitleveren aan Den Haag.
In het verleden hadden verschillende Afrikaanse landen, waaronder ook Oeganda, kritiek op het Strafhof omdat het bevooroordeeld zou zijn over Afrikaanse leiders.
bron: Belga