Het gaat niet goed met onze oceanen. Het aantal dode zones, oftewel de plaatsen waar er geen zuurstof meer in het water zit, zijn de laaste vijftig jaar verviervoudigd. Met de kustwateren en riviermondingen is het nog erger gesteld. Daar zijn de zuurstofarme gebieden zelfs meer dan tien keer zo groot geworden.
Dat is problematisch, want "zuurstof is een fundamenteel onderdeel voor het leven in de oceaan", zegt hoofdauteur Denise Breitburg, van het Amerikaanse Smithsonian Environmental Research Center. Sommige dieren kunnen best gedijen in de dode zones, maar de meeste dieren stikken door het lage zuurstofgehalte. Het gevolg: vissen mijden zulke zones, waardoor hun habitat steeds kleiner wordt.
Bovendien gaat het probleem veel verder dan de zuurstofloze gebieden alleen. Ook op andere plaatsen kan het zuurstofgebrek de groei van veel zeedieren verhinderen, de voortplanting belemmeren en ziektes veroorzaken. De koraalriffen zijn eveneens het slachtoffer. Volgens de wetenschappers zal deze natuurpracht door onvoldoende zuurstof op termijn ook verdwijnen.
En de boosdoener is...
Geen al te rooskleurig toekomstbeeld, dus. En dat is te wijten aan de klimaatverandering. Door de opwarming van het oppervlaktewater kan zuurstof moeilijk door onze wereldzeeën heen dringen. Als water warm is, kan het sowieso minder zuurstof vasthouden. Oorzaak nummer twee is de vervuiling. Als er teveel voedingstoffen zijn, krijgen algen vrij spel. Deze groene wieren onttrekken zuurstof aan het water als ze afsterven.
De oplossing ligt daarom ook voor de hand: de twee boosdoeners aanpakken. Daarnaast doen de wetenschappers een oproep om het zeeleven te beschermen, door gebieden af te bakenen waar vissoorten zich kunnen herstellen. Ten slotte moet er meer onderzoek komen naar het ontstaan van de dode zones en willen ze de oceanen beter monitoren.