Het programma achter de Amerikaanse kernwapens draait op oeroude apparatuur. Onder andere de intercontinentale ballistische raketten, nucleaire bommenwerpers en ondersteunende tankvliegtuigen worden vanuit het Pentagon gestuurd met behulp van diskettes en computers uit de jaren '70.
Het Pentagon is niet het enige departement dat lijdt onder dit probleem. Ook het ministerie van Begroting en Veteranenzaken kampt met computers die soms al een halve eeuw oud zijn. De verouderde technologie doet niet alleen vragen rijzen over de veiligheid van het kernarsenaal van de Verenigde Staten, ook de kosten voor de belastingbetaler schieten de hoogte in. Volgens de Amerikaanse rekenkamer ging 61,2 miljard dollar belastinggeld naar het onderhoud van prehistorische technologie, terwijl 'slechts' 19,2 miljard geïnvesteerd werd in moderne apparatuur voor de overheid.
"Het systeem is nog steeds in gebruik omdat het, simpel gezegd, nog steeds werkt", reageert luitenant-kolonel Valerie Henderson, woordvoerder van het Pentagon, aan AFP. "Normaal gezien zullen we de floppydrives vervangen hebben met beveiligde digitale apparaten tegen eind 2017. De modernisering van het volledige nucleaire commandocentrum is momenteel aan de gang", aldus Henderson.