De vier studenten onderzochten in twee scripties onder leiding van professor Luuk Van Waes de verschillen tussen handgeschreven en getypte notities. Thibault Christiaensen en Cédric Leppens deden een experiment in twee secundaire scholen in Hoogstraten. Zo'n 91 leerlingen uit het vijfde en zesde middelbaar namen notities terwijl ze enkele informatieve filmpjes bekeken. De ene helft deed dat met pen en papier, de andere helft gebruikte de computer. Nadien kregen ze een vragenlijst. Fee De Bock en Chloë De Weerdt voerden een gelijkaardig experiment uit bij 60 studenten van de Universiteit Antwerpen.
In beide experimenten vonden de studenten geen verschillen in de resultaten van studenten die met pen en papier noteerden en zij die een computer gebruikten. "Onze deelnemers waren het niet gewend om te noteren met de computer, en toch behaalden ze vergelijkbare resultaten", vertellen Christiaensen en Leppens.
Wel leveren beide methoden een ander soort notities op. "Notities met pen en papier zijn korter, maar lenen er zich beter toe om structuur aan te brengen", besluiten De Bock en De Weerdt. "Ze bevatten ook meer afkortingen en symbolen. Computernotities zijn beduidend langer en bevatten vaak meer kernelementen. Daardoor zijn ze veel vollediger."
Goede nota's niet vanzelfsprekend
De vier merkten nog op dat goed noteren voor veel studenten in middelbaar en hoger onderwijs geen vanzelfsprekende vaardigheid is. "Goede notities maken is iets dat lesgevers altijd verwachten van hun studenten, maar wat door veel scholen op geen enkel moment wordt onderricht", zegt Cédric Leppens.
"Studenten vergeten vaak kernelementen juist aan te duiden en structuur te brengen in hun notities." Volgens de jonge onderzoekers is het dus belangrijk dat scholen meer aandacht besteden aan het leren noteren': "Laat de keuze van noteermedium aan de leerlingen zelf en geef gerichte handvatten voor kwaliteitsvolle notities."